Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.COÖPERATIEVE RABOBANK U.A.,
RABO GROEN BANK B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Kadastraal bekend: Gemeente [plaats 2] , sectie [letter] , nummer [nummer 7] deels, groot [nummer 24] are.”
3.Beoordeling
€ 715.574,71
“Aflossing hypothecaire lening van Rabobank Ootmarsum-Denekamp”. Volgens Rabobank c.s. heeft de notaris per abuis of uit macht der gewoonte opgenomen dat het een hypothecaire vordering betrof, maar was tussen ROD en de vader van [appellant] duidelijk dat het ging om het betalen van een bedrag om te voldoen aan de veroordeling zoals opgenomen in het vonnis van 15 februari 2006. Dit volgt volgens Rabobank c.s. ook uit de brief van de vader van [appellant] van 21 juli 2006 (productie 16 bij de memorie van antwoord). Dat het hier zou gaan om een aflossing op een niet bestaande hypotheek, heeft [appellant] gelet op het voorgaande standpunt van Rabobank c.s. en het feit dat de bedragen precies overeenkomen met hetgeen de vader van [appellant] op grond van het vonnis van 15 februari 2006 aan ROD moest betalen, onvoldoende onderbouwd. [appellant] kan bovendien niet worden gevolgd in zijn stelling dat zijn vader de verkoopopbrengst zou hebben gebruikt om de vordering waarvoor [appellant] met zijn percelen moet instaan af te lossen. Dit is verre van aannemelijk nu vader [appellant] op dat moment al lange tijd geen aflossingen meer deed in de overtuiging dat hij zelf een vordering op de Rabobank c.s. had. Ook het surplus van de verkoopopbrengst (circa € 610.000,00) heeft hij niet gebruikt om zijn schuld aan Rabobank c.s. te verminderen.
hetgeen waarvoor de hypotheek tot waarborg strekt”zo worden begrepen dat hieronder niet alleen de hoogte van de hypothecair verzekerde vordering valt, maar ook de executieopbrengst. Hij doet daarbij een beroep op de volgende in de parlementaire geschiedenis opgenomen passage:
“T.M. Vergelijk artikel 1248 B.W. Het voorgestelde artikel is in zoverre ruimer, dat niet alleen de derde maar ook de schuldenaar zelf de bevoegdheid heeft de verkoop door betaling te voorkomen. De schuldeiser, die toch niet meer dan het aangeboden bedrag dat het goed kan verkrijgen, mag niet een voor de eigenaar nadelige verkoop doorzetten, alleen omdat hem misschien niet alles wat hij daarenboven nog van de schuldenaar te vorderen heeft, aangeboden wordt. Evenals in geval van executie van het goed, moet hij een niet door de hypotheek gedekt deel van de schuld op andere wijze trachten zich te verschaffen. (Parl. Gesch. Boek 3 , p.828) De hypotheekhouder mag niet in een betere positie worden gebracht wanneer hij de executieverkoop zou doorzetten. Als de hypotheekhouder bij lossing hetzelfde bedrag ontvangt als wat hij bij de uiteindelijke executieverkoop zou ontvangen, mag hij niet een voor de eigenaar nadelige verkoop doorzetten.
hetgeen waarvoor de hypotheek tot waarborg strekt”(lossing). Daarbij werd, zo blijkt uit de wettekst en de wetsgeschiedenis, (primair) gedacht aan betaling van het verschuldigde bedrag voor zover door de hypotheek gedekt. In de literatuur wordt daarnaast vrij algemeen aangenomen dat de bepaling redelijkerwijs zo moet worden (uitgelegd en) toegepast dat lossing ook mogelijk is door betaling van de executiewaarde (wat de hypotheekhouder “uit het goed kan verkrijgen”). Over de vraag hoe de executiewaarde moet worden bepaald, en wanneer deze vaststaat, heerst verdeeldheid. In het onderhavige geval heeft Rabobank c.s. in artikel 9 van de door haar gehanteerde veilingvoorwaarden (De Algemene Veilingvoorwaarde met internetbieden 2015 (AVVI 2015)), zoals weergegeven onder 2.11, opgenomen dat de koopovereenkomst tot stand komt door de gunning, dat Rabobank c.s. gedurende de termijn van beraad (vijf werkdagen na de dag van de veilingperiode) het recht heeft te gunnen, niet te gunnen of zich omtrent het al of niet gunnen te beraden en dat indien Rabobank c.s. zich binnen deze termijn niet heeft uitgesproken omtrent het al of niet gunnen, zij wordt geacht niet te hebben gegund. Rabobank c.s. heeft vervolgens op de zitting bij de voorzieningenrechter te Almelo op 21 maart 2022 laten weten de vier percelen niet te gunnen aan Bodemgoed B.V. Rabobank c.s. heeft in dit kader gemotiveerd aangevoerd dat zij heeft besloten niet te gunnen, omdat zij de mogelijkheid open wilde houden om alle percelen tezamen en zonder enige inschrijving van een gerechtelijke procedure in het Kadaster met betrekking tot de percelen op een nieuwe veiling aan te bieden in de hoop en met de verwachting dat dit voor haar tot een betere opbrengst zou leiden.
“De voormalige melkstal, met ondergrond en bijbehorende grond, plaatselijk bekend: [straat 2] ongenummerd, voorheen nummer [nummer 8] te [plaats 1] , gemeente [plaats 2] , kadastraal bekend: gemeente [plaats 2] , sectie [letter] , nummer [nummer 7] , een ter plaatse aangeduid gedeelte groot ongeveer twintig aren.”.In een hieraan voorafgaand taxatierapport van 4 april 2001 ten aanzien van “een onroerend goed, de voormalige melkstal” is onder meer opgenomen: “
Kadastraal bekend: Gemeente [plaats 2] , sectie [letter] , nummer [nummer 7] deels, groot [nummer 24] are.”Later op die dag van 21 november 2001 hebben de ouders van [appellant] het onderhavige hypotheekrecht gevestigd ten behoeve van (rechtsvoorgangers van) Rabobank c.s.. In de hypotheekakte zijn de onder het hypotheekrecht vallende Percelen als volgt omschreven:
“ [nummer 6] . De boerderij, bestaande uit het woonhuis met kantoren, verdere opstallen, ondergrond, erf, tuin, bos, bouw- en weiland, staande en gelegen aan en nabij [straat 1] [nummer 6] te [plaats 1] , gemeente [plaats 2] , kadastraal bekend: gemeente [plaats 2] , sectie [letter] , nummers [nummer 9] , [nummer 10] , [nummer 11] , [nummer 7] , [nummer 12] , [nummer 13] , [nummer 14] , [nummer 15] en [nummer 16] , tezamen groot drieëntwintig hectaren en vierenveertig centiaren, zulks met uitzondering van een gedeelte groot ongeveer vijftig aren van het perceel sectie [letter] , nummer [nummer 16] , zoals in erfpacht uitgegeven, blijkens een akte op heden verleden voor mij, notaris en een gedeelte groot ongeveer twintig aren van het perceel sectie [letter] nummer [nummer 7] , zoals is afgestaan blijkens een akte van levering, op heden verleden voor mij, notaris. (...)”
geen onderzoek naar discrepantie tussen subjectieve en objectieve uitleg