ECLI:NL:GHAMS:2025:659
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Openstellen tussentijds beroep in cassatie op verzoek van verweerder
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 maart 2025 een beschikking gegeven inzake het verzoek van de man, verzoeker in hoger beroep, om tussentijds beroep in cassatie open te stellen. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. du Bois, had eerder op 18 februari 2025 een tussenbeschikking ontvangen waarin hij ontvankelijk was verklaard in zijn hoger beroep. De vrouw, verweerder in hoger beroep, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.P. Hoyng, had verzocht om tussentijds cassatieberoep te kunnen instellen tegen deze tussenbeschikking. Het hof heeft de argumenten van beide partijen overwogen en geconcludeerd dat het belang van de vrouw bij het openstellen van tussentijds beroep in cassatie voldoende aannemelijk is. Het hof oordeelde dat een definitief oordeel over de ontvankelijkheid van de man in hoger beroep van belang is voordat een uitgebreide procedure over het inhoudelijke geschil wordt gevoerd. De vertraging die het openstellen van tussentijds beroep in cassatie met zich meebrengt, werd niet als een zwaarwegend bezwaar gezien. Daarom heeft het hof besloten het verzoek van de vrouw toe te wijzen en tussentijds beroep in cassatie mogelijk te maken.