2.3Op de rol van 17 december 2013 heeft [geïntimeerde] een memorie van antwoord tevens akte wijziging van eis (met producties) genomen, met als conclusie:
"(...) bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het Vonnis, zo nodig onder verbetering van de gronden, te bekrachtigen, met veroordeling van [appellante] tot betaling tegen behoorlijk bewijs van kwijting van:
1. de hoofdsom van:
I. € 9.643.200,00, althans;
II. € 9.609.600,00, althans;
III. € 9.559.200,00, althans;
IV. € 9.550.800,00, althans;
V. € 9.416.400,00, althans;
VI. € 8.173.200,00, althans;
VII. € 7.770.000,00, althans;
VIII. € 7.753.200,00, althans;
IX. € 7.694.400,00, althans;
X. € 7.585.200,00, althans;
XI. € 5.208.000,00,
althans een door uw Hof in goede justitie te bepalen bedrag aan Boetebedragen;
2. de wettelijke rente over het onder a) [het hof begrijpt: 1.] gevorderde:
primairvanaf de datum van betekening van het beslagverlof aan [appellante] BV.;
subsidiairvanaf de datum van indiening van deze Memorie;
3. de kosten van het leggen van beslag, zijnde € 5.549,97 (€ 4.580,00 + € 274,00 + € 164,66, exclusief BTW + € 531,31), althans een door uw Hof in goede Justitie te bepalen bedrag, eveneens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf:
primairde datum van betekening van het beslagverlof aan [appellante] BV.;
subsidiairvanaf de datum van indiening van deze Memorie;
4. de proceskosten, waaronder het griffierecht en het salaris van de advocaat, binnen 14 dagen na dagtekening van het in deze procedure te wijzen arrest,
en - voor zover voldoening niet binnen deze termijn zal hebben plaatsgevonden, derhalve voorwaardelijk - te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf het verstrijken van deze termijn van 14 dagen na dagtekening van het vonnis tot de dag der algehele voldoening van deze proceskosten."