2.2[appellante] heeft een memorie van grieven, tevens houdende akte wijziging van eis (met producties), genomen. Hierin wijzigt [appellante] haar eis als volgt:
"(...) bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis van de Rechtbank Noord Nederland (...) d.d. 28 augustus 2013 gedeeltelijk te vernietigen en opnieuw rechtdoende
- [geïntimeerde] te veroordelen tot betaling van de aanneemsom (minus de besparingen) ten bedrage van € 220.813,07 (glasvezel) en € 69.466,18 (bestrating), te vermeerderen met de BTW en wettelijke (handels)rente vanaf de dag der dagvaarding, althans een in goed justitie te bepalen termijn tot de dag der algehele voldoening;
- [geïntimeerde] te veroordelen tot betaling van schadevergoeding ten bedrage van € 31.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, althans een in goed justitie te bepalen termijn tot de dag der algehele voldoening
- Aangezien [geïntimeerde] niet bereid is om buitengerechtelijk tot een oplossing te komen, heeft [appellante] zich genoodzaakt gezien de zaak uit handen te geven. Hierdoor heeft [appellante] buitengerechtelijke kosten gemaakt, die op grond van het bepaalde in artikel 6:96 lid 2 sub c BW als vermogensschade voor rekening van [geïntimeerde] komen. Deze kosten zijn als redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte aan te merken. De buitengerechtelijke kosten bedragen, overeenkomstig het rapport Voorwerk II, twee punten van het geldende liquidatietarief, zijnde een totaalbedrag van
€ 6.526Deze kosten hebben betrekking op werkzaamheden die niet kunnen worden beschouwd als werkzaamheden ter voorbereiding van deze procedure, maar rechtstreeks verband houden met pogingen van de advocaat om gedaagde te bewegen mee te werken aan een oplossing, zoals hiervoor uiteengezet, door het inwinnen van inlichtingen, voeren van correspondentie met [geïntimeerde] en de advocaat van [geïntimeerde].
- Op grond van artikel 237 lid 4 juncto artikel 239 Rv komen de na de uitspraak ontstane kosten, daarbij inbegrepen de voorschotten en salaris van de advocaat, voor vergoeding door de in het ongelijk gestelde partij in aanmerking. Deze kosten zijn berekend op
€ 131,00zonder betekening en
€ 199,00ingeval van betekening. Uit rechtspraak blijkt dat een kostenveroordeling niet mede een titel oplevert voor de executie van nasalaris. [appellante] vorderen daarom om [appellante] [het hof begrijpt: [geïntimeerde]] naast de proceskostenveroordeling op voorhand te veroordelen in de nakosten advocaat van € 131,00 zonder betekening en € 199,00 ingeval van betekening, alsmede in de wettelijke rente over de totale kostenveroordeling.
- [geïntimeerde] te veroordelen tot betaling van de beslagkosten ten bedrage van € 386,51 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2013, althans een in goede justitie te bepalen datum tot de dag der algehele voldoening;
- [geïntimeerde] in de kosten van beide instanties te veroordelen,daaronder begrepen de kosten ven eventuele getuigen en/of deskundigen te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het arrest, en indien voldoening niet binnen deze termijn plaatsvindt te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de 14e dag na dagtekening van het arrest."