ECLI:NL:GHARL:2014:2419

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 maart 2014
Publicatiedatum
25 maart 2014
Zaaknummer
200.073.201-01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor lozingen van PCB's door een schrootverwerkend bedrijf op gemeentelijke riolering

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aansprakelijkheid van Noord-Nederlandse Schrootverwerking B.V. (NNS) voor de lozing van PCB's in het gemeentelijke riool. De gemeente Franekeradeel had de kosten van reiniging van het riool gevorderd op basis van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek, omdat NNS verontreinigd afvalwater had geloosd. De gemeente voerde aan dat de lozingen schade hadden veroorzaakt en dat zij kosten had gemaakt voor het reinigen van het riool. NNS betwistte de aansprakelijkheid en voerde aan dat de gemeente niet had aangetoond dat de kosten van reiniging het gevolg waren van haar lozingen.

Het hof oordeelde dat de gemeente niet voldoende bewijs had geleverd dat de kosten van de reiniging in december 2007 het gevolg waren van de lozingen door NNS. Het hof wees de vordering tot vergoeding van deze kosten af. Echter, het hof oordeelde ook dat NNS onrechtmatig had gehandeld door PCB's te lozen, wat leidde tot schade voor de gemeente. De kosten voor het plaatsen van inspectieputten en het reinigen van deze putten werden wel toegewezen, omdat deze kosten rechtstreeks voortvloeiden uit het onrechtmatig handelen van NNS. Het hof gaf de gemeente de opdracht om bewijs te leveren dat de PCB's die in december 2007 waren aangetroffen, uitsluitend van NNS afkomstig waren. De zaak werd aangehouden voor nadere bewijslevering.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.073.201/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 100219/HA ZA 09-967)
arrest van de tweede kamer van 25 maart 2014
in de zaak van
Noord-Nederlandse Schrootverwerking B.V.,
gevestigd te Franeker,
appellante,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna:
NNS,
advocaat: mr. V.M.J. Both, kantoorhoudend te Heerenveen, die ook schriftelijk heeft gepleit,
tegen
Gemeente Franekeradeel,
zetelend te Franeker,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna:
de gemeente,
advocaat: mr. R. Dijkema, kantoorhoudend te Hilversum, die ook schriftelijk heeft gepleit.
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 11 september 2012 hier over.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Ingevolge het vermelde tussenarrest heeft de door het hof benoemde deskundige op 23 mei 2013 een schriftelijk deskundigenbericht uitgebracht dat aan partijen is toegezonden.
1.2
Daarna hebben partijen ieder een memorie na deskundigenbericht genomen.
1.3
Vervolgens hebben partijen schriftelijk gepleit, waarbij zij tevens over en weer op elkaars pleitnota hebben gereageerd.
1.4
Tot slot zijn de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest en heeft het hof arrest bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1
Het hof roept in herinnering dat, voor zover in hoger beroep nog van belang, aan de vordering van de gemeente de volgende facturen ten grondslag liggen:
  • de factuur van [B.V. Y] (verder [B.V. Y]) van 11 februari 2008, nr.[nummer 1], ten bedrage van € 6.097,62 exclusief btw (productie 4 bij dagvaarding in eerste aanleg);
  • de factuur van [B.V. Y] van 3 december 2007, nr. [nummer 2], ten bedrage van € 12.232,55 exclusief btw (productie 5 bij dagvaarding in eerste aanleg);
  • de factuur van [X] (verder [X]) van 28 december 2007, nr. [nummer 3], ten bedrage van € 69.980,04 exclusief btw (productie 6 bij dagvaarding in eerste aanleg);
  • de factuur van [X] van 23 oktober 2008, nr. [nummer 4], ten bedrage van € 2.985,- exclusief btw (productie 7 bij dagvaarding in eerste aanleg).
2.2
Het hof heeft in het tussenarrest van 8 november 2011 de gemeente in de gelegenheid gesteld zich bij akte nader uit te laten over de vraag of de reiniging van het riool in augustus 2007 en de reiniging van het riool in december 2007 betrekking heeft op hetzelfde traject en zo ja, waarom het dan in december 2007 nodig was het riool nogmaals te reinigen, wetende dat de oorzaak van de vervuiling nog niet was aangepakt.
2.3
De gemeente heeft bij akte van 20 december 2011 de kaart
"Riolering Industrieterrein-Oost"(productie 2) overgelegd waarop is aangegeven welk deel van de riolering op Industrieterrein‑Oost in augustus 2007 en welk deel in december 2007 is gereinigd. In augustus 2007 is een beperkt deel van de riolering gereinigd in verband met vervanging van dat gedeelte. In december 2007 is een aanzienlijk groter deel van genoemde riolering gereinigd, waaronder het gedeelte dat ook in augustus 2007 reeds was gereinigd.
De gemeente heeft in de akte van 20 december 2011 als reden voor de reiniging in december 2007 opgegeven:
"Het Wetterskip Fryslân heeft de gemeente als eigenares van het rioolstelsel uitdrukkelijk verzocht verdere lozing van PCB's naar de RWZI te voorkomen en geen werkzaamheden te verrichten waardoor het pcb-houdend slib in de zuivering zou kunnen komen. Dit ter beperking van de gezondheidsrisico's van het eigen personeel van de RWZI en ter voorkoming van onrust bij dat personeel. Hiernaast is het vanuit milieu-optiek onwenselijk dat pcb's zich verplaatsen."
2.4
NNS heeft bij akte van 31 januari 2012 onder verwijzing naar de door de gemeente overgelegde tekening erop gewezen dat de RWZI ten oosten van haar bedrijf ligt en dat het riool op afschot naar de RWZI loopt. Het grootste deel van het in december 2007 gereinigde riool ligt echter ten westen van haar bedrijf, waardoor, behalve wanneer het mogelijk zou zijn dat bij hevige regenval rioolwater de andere kant oploopt, de verontreiniging van het riool met PCB's ten westen van haar bedrijf niet door haar kan zijn veroorzaakt en de kosten van reiniging van dat deel niet voor haar rekening behoren te komen.
Daarnaast heeft NNS met verwijzing naar een brief van de gemeente van 28 november 2007 aan haar (productie 2 bij dagvaarding in eerste aanleg) betoogd dat de gemeente in elk geval op 26 oktober 2007 al wist dat de verontreiniging nog steeds voortduurde. Onder die omstandigheden was het reinigen van het riool volgens NNS dweilen met de kraan open en zijn de kosten van reiniging in december 2007 nodeloos gemaakt.
2.5
Naar het oordeel van het hof heeft de gemeente niet aannemelijk gemaakt dat de riolering ten westen van het bedrijf van NNS is vervuild met van NNS afkomstige PCB's, zodat NNS in elk geval niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de kosten van reiniging van dat deel van de riolering.
2.6
Voorts heeft de gemeente weliswaar gesteld dat zij de riolering in december 2007 op uitdrukkelijk verzoek van het Wetterskip heeft gereinigd, maar zij heeft die stelling niet onderbouwd, ook niet na hiertoe herhaaldelijk te zijn uitgenodigd door NNS (punt 17 conclusie van antwoord, grieven VI en VII memorie van grieven, punt 4 memorie na deskundigenbericht). Nu zij haar stelling niet heeft onderbouwd en met name niet de bij gelegenheid van de comparitie in eerste aanleg door haar raadsman genoemde brief van het Wetterskip heeft overgelegd, zal het hof het bewijsaanbod van de gemeente op dit onderdeel passeren.
Dat betekent dat niet is komen vast te staan dat de reiniging van het riool tussen het terrein van NNS en de RWZI in december 2007 noodzakelijk was en geen uitstel kon dulden tot het tijdstip waarop de verontreiniging van het riool met PCB's definitief zou zijn gestopt. Het moet er dan ook voor worden gehouden dat de kosten van reiniging van dit deel van het riool niet het gevolg zijn van het gewraakte handelen van NNS. De vordering tot vergoeding van deze kosten is om die reden niet toewijsbaar.
2.7
De tussenconclusie moet daarom luiden dat de gemeente de kosten van de reiniging van het riool in december 2007, waar de factuur van [X] van 28 december 2007 betrekking op heeft, geheel noch gedeeltelijk op NNS kan verhalen.
2.8
De grieven VI (gedeeltelijk), VII en VIII slagen.
2.9
Het hof heeft in zijn tussenarrest van 8 november 2011 de gemeente voorshands geslaagd geacht in het bewijs van haar stelling dat de vervuiling van het water in het gemeentelijk riool met PCB's is veroorzaakt door NNS (rechtsoverweging 20) en NNS toegelaten tot het leveren van tegenbewijs door middel van een deskundigenonderzoek (rechtsoverweging 21). Daarbij tekent het hof aan dat het voor het slagen van tegenbewijs voldoende is dat het voorshands bewezen geachte feit wordt ontzenuwd.
2.1
Bij tussenarrest van 11 september 2012 heeft het hof ing. [deskundige] benoemd tot deskundige en hem elf vragen voorgelegd. De deskundige heeft op 23 mei 2013 verslag uitgebracht van zijn bevindingen.
2.11
De vragen a. tot en met d. hebben alle betrekking op de wijze van uitvoeren van het onderzoek door het Wetterskip naar de aanwezigheid van PCB's in het riool en de vraag naar rol van NNS in dat verband. Deze vragen en de daarop door de deskundige gegeven antwoorden luiden als volgt.
Vraag a.
2.12
Is het onderzoek, waarvan het rapport van het Wetterskip van 2 oktober 2006 (productie 1 bij dagvaarding in eerste aanleg) de weerslag vormt, op een juiste wijze uitgevoerd?
2.13
Antwoord deskundige:
"De wijze waarop het Wetterskip het onderzoek heeft uitgevoerd is een gebruikelijke onderzoeksmethode.
Als op een waterzuivering extra vervuiling, toxische - of andere ongewenste stoffen worden
aangetroffen wordt er onderzoek gedaan naar veroorzaker van deze lozing.
In 1e instantie worden er monster genomen van de verschillende influentstromen (deelstromen) van de waterzuivering. Indien de betreffende stoffen in een bepaalde stroom
worden aangetroffen wordt steeds verder ingezoomd om mogelijke veroorzakers te traceren.
Uit de analyseresultaten van het Wetterskip Fryslân blijkt dat het Wetterskip vanaf
17 november 2004 PCB’s en OCB’s in het RWZI slib heeft aangetroffen.
Hierop zijn op diverse plaatsen monsters genomen. De monsternemingslocaties staan
beschreven in productie 1 blz. 8 van Greveling Advocaten, Op 10 oktober 2005 zijn in de
controleput van de NNS hoge concentraties PCB's en OCB’s aangetroffen waarop het
Wetterskip ervan uit is gegaan de veroorzaker van de PCB’s en OCB’s lozing te hebben
getraceerd. Hierop is het onderzoek naar mogelijk andere PCB’s en OCB’s lozers gestaakt.
Indien naderhand blijkt dat er nog steeds PCB’s en OCB’s worden geloosd kan het
Wetterskip besluiten aanvullend onderzoek uit te voeren.
De conclusie is dat het Wetterskip het onderzoek op de juiste wijze heeft uitgevoerd."
Vraag b.
2.14
Zijn de verschillende monsters waarop de analyses zijn uitgevoerd op de voorgeschreven wijze genomen en zijn de analyses op een juiste wijze uitgevoerd (zie productie 1, blz. 9 en productie 12 bij dagvaarding in eerste aanleg, evenals producties 1 en 2 bij conclusie van antwoord en de eventuele verdere analyses die u in het kader van het onderzoek door het Wetterskip ter beschikking worden gesteld)?
2.15
Antwoord deskundige:
"Er is geen voorgeschreven wijze voor het nemen van slibmonsters uit afscheiders. Volgens
de heer [Q] zijn de monsters met een “[Z] happer” genomen. Monsterneming met
behulp van een "[Z] happer” is een erkende wijze van monsterneming van (riool)slib.
De wijze van monsterneming is helaas niet vastgelegd. De monsters zijn op de juiste wijze
geanalyseerd. De analyses zijn namelijk onder accreditatie uitgevoerd."
Vraag c.
2.16
Dienen de personen die de monsters nemen en analyseren gecertificeerd te zijn?
2.17
Antwoord deskundige:
"Personen die monsters nemen en analyseren hoeven niet gecertificeerd te zijn.
Voor het nemen van afvalwatermonsters wordt verwezen naar NEN 6600-1.
NEN 6600-1 voorziet echter niet in het nemen van slibmonsters. Er is dus geen wettelijke
grondslag voor het nemen van afvalwater- of rioolslib monsters.
De wijze van monsterneming is helaas niet te herleiden/controleren omdat de wijze van
monsterneming niet schriftelijk is vastgelegd.
De raad voor accreditatie heeft het laboratorium van Wetterskip Fryslân niet alleen
geaccrediteerd voor het bemonsteren van (oppervlakte)water en waterbodem maar ook voor
het analyseren van de slibmonsters op onder andere OCB en PCB componenten. De
monsters zijn daarom volgens een erkende methode geanalyseerd.
(…)"
Vraag d.
2.18
Zo ja, waren de betrokken medewerkers gecertificeerd?
2.19
Antwoord deskundige:
"De heer [Q] was op het moment van monsterneming bevoegd opsporingsambtenaar. De
analyse is door de analisten van het laboratorium Wetterskip Fryslân onder accreditatie
uitgevoerd."
2.2
Tevens heeft de deskundige naar aanleiding van vraag l. een tweetal opmerkingen geplaatst bij het onderzoek van het Wetterskip.
2.21
NNS en de gemeente hebben bij memorie na deskundigenbericht te kennen gegeven geen commentaar te hebben op de door de deskundige gegeven antwoorden, respectievelijk zich daarin te kunnen vinden.
2.22
Derhalve moet worden geoordeeld dat het onderzoek door het Wetterskip naar de aanwezigheid van PCB's in de riolering op een aanvaardbare wijze is uitgevoerd en dat de gemeente zich bij haar besluitvorming op die onderzoeksresultaten heeft kunnen baseren.
Op grond van de in het tussenarrest van 8 november 2011 weergegeven bevindingen van het Wetterskip (rechtsoverwegingen 4 en 12) moet er dan ook vanuit worden gegaan dat PCB's op het gemeentelijk riool zijn geloosd vanaf het terrein van NNS.
2.23
Grief IV faalt.
2.24
Het hof heeft de deskundige daarna verschillende vragen gesteld ter zake van de mogelijkheid dat met PCB's verontreinigd water bij hevige regenval vanuit het gemeentelijke riool naar het bedrijfsriool van NNS is gestroomd. Deze vragen en de daarop door de deskundige gegeven antwoorden luiden als volgt.
Vraag e.
2.25
Was het tot februari 2008 mogelijk dat in het geval van hevige regenval water vanuit het gemeentelijk riool in het bedrijfsriool van NNS stroomde?
2.26
Antwoord deskundige:
"Het is niet uit te sluiten dat tot februari 2008 water vanuit het gemeentelijk riool
in de riolering van NNS is gestroomd. (…)"
Vraag f.
2.27
Zo ja, zijn ook in de periode tussen 19 december 2007 en het moment in februari 2008 waarop de terugslagkleppen tussen het bedrijfsriool van NNS en het gemeentelijke riool zijn geplaatst, zodanige hoeveelheden regenwater gevallen dat water vanuit het gemeenteriool naar het bedrijfsriool is gestroomd?
2.28
Antwoord deskundige:
"Uit berekeningen blijkt dat, als er tenminste 13 mm neerslag is gevallen,
rioolwater vanuit het gemeentelijk rioolstelsel in het bedrijfsriool van de NNS kan
stromen. In de onderzoeksperiode is op drie dagen meer dan 13 mm neerslag gevallen.
Het is dus, mede gelet op de resultaten van de (model)berekening, aannemelijk dat de
neerslaghoeveelheden voldoende groot zijn geweest om de situatie te creëren dat water
vanuit het gemeentelijk riool in het bedrijfsriool van NNS is gestroomd. (…)"
Vraag g.
2.29
Acht u het mogelijk dat de concentraties PCB's die in het bedrijfsriool van NNS zijn aangetroffen geheel of gedeeltelijk zijn veroorzaakt door toestromend water vanuit het gemeentelijk riool? Zo ja, in welke mate?
2.3
Antwoord deskundige:
"ik acht het niet mogelijk dat de concentraties PCB’s die in het bedrijfsriool van NNS geheel of gedeeltelijk zijn veroorzaakt door toestromend water vanuit het gemeentelijk riool. Op
10 oktober 2005 bedraagt de aangetroffen concentratie in afscheider 2 (midden op het
terrein) 25 gr/kg.ds terwijl de concentratie in de controleput 0,5 gr/kg.ds bedraagt. Als de
PCB’s die in het riool van de NNS zijn aangetroffen door toestromend water vanuit het
gemeentelijk riool zou zijn veroorzaakt dan zou de concentratie aan PCB’s in de controleput
tenminste gelijk moeten zijn aan de concentratie in afscheider 2."
2.31
Naar aanleiding van deze vragen heeft de deskundige verder opmerking 3 in het rapport opgenomen. Deze luidt als volgt:
"Uit de antwoorden op onderzoeksvragen e en f blijkt dat als er meer dan 13 mm neerslag valt hemelwater uit het gemeentelijk riool het terrein van de NNS op kan stromen.
Hierdoor is het mogelijk dat de werking van de bij de NNS aanwezige zuiveringstechnische
voorzieningen (afscheiders) ernstig is verstoord. Indien deze verstoring heeft plaats
gevonden kan, bij het afstromen van het hemelwater dat uit het gemeentelijk riool op het
NNS terrein is gestroomd en het hemelwater van het NNS terrein zelf, zand en slib uit de
afscheiders worden meegenomen.
Dit zand en slib zal uiteindelijk in het gemeentelijk riool neerslaan. Het is daarom niet uit te
sluiten dat PCB's die in de afscheiders zijn opgevangen als gevolg van de neerslag toch in
het gemeentelijk riool zijn terechtgekomen."
2.32
Op grond van de antwoorden op de vragen e. en f. moet er vanuit worden gegaan dat het tot het moment in februari 2008 dat de terugslagkleppen werden geplaatst mogelijk is geweest dat bij hevige regenval (ten minste 13 mm) water vanuit het gemeentelijk riool in het bedrijfsriool van NNS is gestroomd. Gelet op het antwoord op vraag g. is het echter niet aannemelijk dat de concentraties PCB's in het bedrijfsriool van NNS geheel of gedeeltelijk zijn veroorzaakt door toestromend water vanuit het gemeentelijk riool.
Het feit dat, zoals in opmerking 3 is verwoord, bij hevige regenval de werking van de op het terrein van NNS aanwezige afscheiders mogelijk ernstig wordt verstoord door toestromend water vanuit het gemeentelijk riool, komt voor rekening en risico van NNS. Voor zover zij daartoe al niet gehouden zou zijn op grond van milieuwetgeving, is zij in elk geval op grond van maatschappelijke zorgvuldigheid gehouden er zorg voor te dragen dat PCB's hoe dan ook niet van haar terrein kunnen afstromen en daartoe de nodige voorzieningen te treffen. Zij had bijvoorbeeld van begin af aan een terugslagklep op de lozingsputten kunnen plaatsen om toestroom van overtollig regenwater te voorkomen.
2.33
De grieven II en III treffen geen doel.
2.34
Vervolgens heeft het hof de deskundige een aantal vragen gesteld met betrekking tot de mogelijkheid dat de in het gemeentelijk riool aangetroffen PCB's niet alleen van NNS afkomstig zijn.
Vraag h.
2.35
Is het mogelijk dat de in het gemeentelijk riool en in het door RWZI Franeker uit het gemeentelijk riool ontvangen afvalwater aangetroffen PCB's niet (louter) van NNS, maar (ook) van andere op dat riool aangesloten lozers afkomstig zijn?
2.36
Antwoord deskundige:
"De riolering van NNS maakt onderdeel uit van het bemalinggebied Zuidoost.
Het Wetterskip heeft naar mijn weten tijdens het onderzoek geen water- en/of slibmonsters
genomen bij andere bedrijven uit het bemalinggebied Zuidoost.
In theorie zouden de aangetroffen PCB's en OCB’s in dezelfde verhouding ook van andere
bedrijven uit het bemalinggebied Zuidoost afkomstig kunnen zijn. Het is echter hoogst
onwaarschijnlijk, maar niet uit te sluiten, dat dit het geval is.
Uit de analyseresultaten blijkt dat de verhouding van de afzonderlijke PCB’s die zijn
aangetroffen bij de NNS en de RWZI overeenkomen.
Mochten er bedrijven zijn die ook PCB’s en OCB’s, maar in een afwijkende samenstelling,
lozen als de NNS dan zou de verhouding tussen de PCB’s en OCB's op de RWZI en die van
de NNS afwijken.
De heer Both van Aardema van Boetzelaer Advocaten acht het van belang dat nader
onderzoek naar de verhoudingen van de afzonderlijke PCB’s die bij de NNS en RWZI zijn
aangetroffen, overeenkomen met (mogelijke) PCB-verhoudingen in het straalstof van
Straalbedrijf Hoeksema en beide scheepswerven die ook op hetzelfde rioolstelsel zijn
aangesloten. Deze vraag maakt echter geen deel uit van de opdracht en wordt daarom niet
behandeld."
2.37
Het antwoord op
vraag i.is in dit kader verder niet van belang en zal het hof daarom buiten beschouwing laten.
Vraag j.
2.38
Zijn na de volledige afsluiting van de verbinding tussen het bedrijfsriool en het gemeentelijk riool nog PCB's aangetroffen in het gemeentelijk riool en/of in het door RWZI Franeker ontvangen rioolwater?
2.39
Antwoord deskundige:
"Ja. Op een kopie van het bemonsteringsprotocol putten in rioolaansluitingen NNS Franeker is aangegeven dat de putten op 1 augustus 2008 zijn afgesloten en dat de heer [R] van de NNS 1 sleutel heeft ontvangen. De andere sleutel is in het bezit van de Gemeente. Deze
brief is echter niet ondertekend door de heer [S] van de NNS. Op 8 oktober 2008 en
18 juni 2009 zijn nog PCB's aangetroffen."
Vraag k.
2.4
Zo ja, waarvan zijn die PCB's afkomstig?
2.41
Antwoord deskundige:
"Vanaf 1 augustus 2008 (na het afsluiten van de putten) kunnen de PCB's die in de putten van de NNS zijn aangetroffen alleen afkomstig zijn van de NNS. De PCB’s die in de controleput van het Van Harinxmakanaal zijn aangetroffen zijn ook bij de NNS aangetroffen. De PCB’s kunnen daarom afkomstig zijn van de NNS. Er zijn echter geen monsters genomen bij andere bedrijven zodat het niet uit te sluiten is dat andere bedrijven pesticiden lozen."
2.42
Het hof stelt vast dat uit de antwoorden van de deskundige op de vragen h en k blijkt dat, ook al is het onwaarschijnlijk, niet valt uit te sluiten dat de PCB's die in het gemeentelijk riool zijn aangetroffen ook afkomstig zijn van andere op het riool aangesloten bedrijven.
Daarmee is naar het oordeel van het hof het voorshands bewezen geachte feit dat de verontreiniging van het gemeentelijk riool met PCB's is veroorzaakt door (uitsluitend) NNS voldoende ontzenuwd.
De opdracht aan de deskundige strekte niet zover dat hij naar aanleiding van vraag k. zelfstandig onderzoek had moeten uitvoeren naar de samenstelling van de lozingen van een straalbedrijf en twee scheepswerven. De deskundige heeft zich terecht beperkt tot een onderzoek naar de bij het Wetterskip beschikbaar zijnde gegevens. Het is niet aan de deskundige zelfstandig onderzoek te doen naar mogelijk illegale lozingen van derden. Dit behoort tot de taken en verantwoordelijkheden van het Wetterskip als toezichthouder op de waterkwaliteit en de gemeente als beheerder van het riool.
2.43
Nu NNS in het tegenbewijs is geslaagd zal het hof de Gemeente in de gelegenheid stellen te bewijzen dat de in het gemeentelijk riool aangetroffen PCB's enkel van NNS afkomstig zijn.
2.44
Het hof zal thans ingaan op de vraag welke gevolgen de hiervoor uit het rapport van de deskundige getrokken conclusies hebben voor de toewijzing van de vordering van de gemeente, voor zover gebaseerd op de facturen van [B.V. Y] van 3 december 2007 en 11 februari 2008 en de factuur van [X] van 23 oktober 2008.
2.45
In rechtsoverweging 2.22 is vastgesteld dat tot december 2008 PCB's op het gemeentelijk riool zijn geloosd vanaf het terrein van NNS. Daarnaast is in rechtsoverweging 2.32 geoordeeld dat niet aannemelijk is dat de concentraties PCB's in het bedrijfsriool van NNS geheel of gedeeltelijk zijn veroorzaakt door toestromend water vanuit het gemeentelijk riool. De conclusie moet daarom zijn dat NNS vanaf haar terrein afkomstige PCB's via haar bedrijfsriool heeft geloosd op het gemeentelijk riool.
2.46
Naar het oordeel van het hof is dit handelen van NNS ten opzichte van de gemeente als onrechtmatig aan te merken nu zij daarmee inbreuk maakt op de eigendomsrechten van de gemeente ter zake van het riool, onderscheidenlijk in strijd handelt met de maatschappelijke zorgvuldigheid door medewerkers van de gemeente en door haar ingeschakelde derden bloot te stellen aan PCB's. Deze lozingen kunnen NNS ook worden toegerekend, nu zij op de hoogte was van de samenstelling van het afvalwater van haar bedrijfsterrein, althans daarvan op de hoogte behoorde te zijn.
2.47
Vervolgens moet worden beoordeeld of de schade waarvan de gemeente vergoeding vordert het rechtstreeks gevolg is van het onrechtmatig handelen van NNS.
2.48
De factuur van [B.V. Y] van 3 december 2007 ten bedrage van € 6.097,62, exclusief btw, betreft het meerwerk dat moest worden uitgevoerd bij de
"aanleg VGS rioolstelsel Oostelijke Industrieweg te Franeker."
Een gedeelte van de riolering op het Industrieterrein Oost is in 2007 vervangen. Het gaat om het gedeelte dat in rood is aangegeven op de kaart
"Riolering Industrieterrein-Oost"(productie 2 bij akte van de gemeente van 20 december 2011) en loopt van het terrein van NNS in de richting van de RWZI. Het meerwerk omvatte het reinigen van de te vervangen riolering van PCB's.
2.49
Het hof stelt in dit verband voorop dat ervan moet worden uitgegaan dat in het kader van de uitvoering van de vervangingswerkzaamheden het reinigen van dit deel van het riool noodzakelijk was ter bescherming van de medewerkers van de gemeente en van de aannemer en om te voorkomen dat de bodem ter plaatse verontreinigd zou raken.
Op grond van hetgeen is overwogen in rechtsoverweging 2.45 in samenhang met het overwogene in rechtsoverweging 2.42 moet worden geoordeeld dat in elk geval een deel van de PCB's die zijn aangetroffen in dit gedeelte van het riool afkomstig is van het terrein van NNS, maar dat in afwachting van het door de gemeente te leveren bewijs nog niet vast staat dat deze PCB's uitsluitend door NNS zijn geloosd. De beslissing op dit onderdeel van de vordering dient derhalve te worden aangehouden.
2.5
De factuur van [B.V. Y] van 11 februari 2008 ten bedrage van € 12.232,55, exclusief btw, heeft betrekking op het plaatsen in die maand op gemeentegrond van twee inspectieputten met een terugslagklep in de rioolaansluitingen van NNS met het doel via bemonstering van het slib in deze putten te kunnen beoordelen of vanaf het terrein van NNS PCB's op het gemeentelijk riool worden geloosd (zie rechtsoverweging 9 van het arrest van 8 november 2011).
2.51
Zoals hiervoor al is geoordeeld moet er vanuit worden gegaan dat in de jaren voorafgaande aan december 2008 door NNS vanaf haar bedrijfsterrein PCB's werden geloosd op het gemeentelijk riool, waardoor zij onrechtmatig handelde tegenover de gemeente. Naar het oordeel van het hof zijn de kosten van de plaatsing van deze putten ten behoeve van de monitoring van de lozingen van het bedrijfsterrein van NNS dan ook een rechtstreeks gevolg van bedoeld onrechtmatig handelen en komen deze kosten, waarvan de hoogte niet in geding is, voor vergoeding in aanmerking.
2.52
De factuur van [X] van 23 oktober 2008 ten bedrage van € 2.985 heeft betrekking op het ledigen en reinigen op 15 oktober 2008 van de controleputten en het afvoeren van de met PCB's verontreinigde inhoud van de putten naar een afvalverwerker. De gemeente heeft aangevoerd dat deze reiniging noodzakelijk was om in de controleputten een nul-situatie te creëren voor een volgende bemonstering.
2.53
Naar het oordeel van het hof betreft het met het oog op de monitoring van de lozingen noodzakelijke kosten als gevolg van het lozen van met PCB's verontreinigd afvalwater door NNS op de gemeentelijke riolering. Het water in de in februari 2008 geplaatste putten kan als gevolg van de werking van de terugslagklep in de putten slechts van het terrein van NNS afkomstig zijn. NNS heeft pas in december 2008 de putten aan haar zijde afgesloten. Derhalve gaat het ook hier om schade die rechtstreeks het gevolg is van het onrechtmatig handelen van NNS en om die reden voor vergoeding in aanmerking komt. De hoogte van de kosten is verder niet door NNS bestreden.
Slotsom
2.54
De vordering van de gemeente zal worden afgewezen voor zover het betreft de kosten van de reiniging van het riool in december 2007, waar de factuur van [X] van 28 december 2007 betrekking op heeft.
De vordering zal worden toegewezen voor wat betreft de kosten van twee inspectieputten met een terugslagklep en de kosten van het ledigen reinigen en afvoeren van de inhoud van de controleputten, waar de factuur van [B.V. Y] van 3 december 2007 en de factuur van [X] van 23 oktober 2008 betrekking op hebben.
Met betrekking tot de kosten van het meerwerk bij de aanleg van het nieuwe rioolstelsel in de Oostelijke Industrieweg te Franeker, de factuur van [B.V. Y] van 11 februari 2008, zal de gemeente een bewijsopdracht worden verstrekt.
In afwachting van nadere bewijslevering door de gemeente wordt iedere verdere beslissing aangehouden.
Gelet op het feit dat nog slechts één punt van geschil resteert, welk punt in verhouding tot de andere van beperkte betekenis is, geeft het hof partijen in overweging een minnelijke regeling te treffen ter voorkoming van verdere kosten. Wanneer partijen het in dat verband dienstig achten dat het hof een comparitie gelast, kunnen partijen daar op de rol eenstemmig om verzoeken.

3.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
alvorens nader te beslissen:
draagt de gemeente op te bewijzen dat de PCB's die in december 2007 zijn aangetroffen in het gemeentelijk riool tussen het bedrijfsterrein van NNS en de RWZI enkel van NNS afkomstig waren;
verwijst de zaak naar de roldatum
van dinsdag 8 april 2014voor het nemen van een akte door de gemeente waarin zij aangeeft op welke wijze zij het bewijs wenst te leveren, schriftelijk of door middel van getuigen, dan wel anderszins;
bepaalt, voor zover de gemeente het bewijs zou willen leveren door middel van getuigen, dat het verhoor zal plaatsvinden in het Paleis van Justitie, Wilhelminaplein 1 te Leeuwarden, op een nog nader te bepalen dag en uur voor mr. B.J.H. Hofstee, hiertoe tot raadsheer commissaris benoemd;
bepaalt dat in dat geval de gemeente het aantal voor te brengen getuigen alsmede de verhinderdagen van beide partijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven op de roldatum
van dinsdag 8 april 2014, waarna de raadsheer-commissaris dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) vaststelt;
bepaalt dat de gemeente overeenkomstig artikel 170 Rv de namen en woonplaatsen van de getuigen tenminste een week voor het verhoor aan de wederpartij en de griffier van het hof dient op te geven;
verstaat dat de advocaat van de gemeente uiterlijk twee weken voor het getuigenverhoor zal plaatsvinden een kopie van het volledige procesdossier ter griffie van het hof doet bezorgen, bij gebreke waarvan de advocaat van NNS alsnog de gelegenheid heeft uiterlijk één week voor de vastgestelde datum een kopie van de processtukken over te leggen;
Dit arrest is gewezen door mr. J.H. Kuiper, mr. H. de Hek en mr. B.J.H. Hofstee en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 25 maart 2014.