Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 juni 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verzoeken van de moeder om vervangende toestemming te verlenen voor een verhuizing met haar kind van [woonplaats] naar [Plaats]. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.W. Wullink, had eerder bij de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, een verzoek ingediend dat was afgewezen. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.T.M. den Teuling-Caarls, verzet zich tegen de verhuizing, omdat hij vreest dat dit de omgang met het kind zal bemoeilijken.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep gevolgd, waarbij de mondelinge behandeling op 16 mei 2014 plaatsvond. De moeder heeft betoogd dat de verhuizing in het belang van het kind is, omdat zij in [Plaats] betere kansen op werk heeft en haar ouders haar financieel ondersteunen. De vader heeft daarentegen aangevoerd dat de verhuizing nadelig is voor de omgang met het kind en dat de communicatie tussen de ouders al problematisch is.
Na een zorgvuldige afweging van de belangen van het kind, de moeder en de vader, heeft het hof geoordeeld dat de verhuizing niet in strijd is met het belang van het kind. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de verhuizing geen onverantwoorde financiële risico's met zich meebrengt en dat zij al sollicitaties heeft lopen in de regio [Plaats].
Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank vernietigd en de moeder vervangende toestemming verleend om per 1 juli 2014 met het kind naar [Plaats] te verhuizen en hem daar in te schrijven op de [A] school. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de moeder direct kan verhuizen, ongeacht een eventuele verdere procedure.