Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/kantoor Heerenveen(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
85.247 16.446
18.983 665
0 830
-/- 196.802 -/- 63.187
0 212.733
0 6.335
[G] koopt de vrachtauto DAF 3300 (…) voor ƒ 65.000.=
De debiteuren, die gecedeerd zijn aan [G], worden door [G] en [belanghebbende] bezocht. Tijdens die gesprekken wordt aangedrongen op betaling en automatische incasso.
Vanaf 1 april 1993 worden de klanten rechtstreeks gefactureerd door [G] en ontvangt u aan het einde van het boekjaar een provisie voor offerte 4 levering conform onze leveringscondities. (maximaal ƒ 1.10 per 100 kg.)
Dit tarief is lager daar u als zelfstandige handelaar dan geen debiteurenrisico meer loopt over de mengvoederomzet.
De vrachtauto en de personenauto worden geleasd voor f 3.600.= resp. f 1.400.= per maand excl. BTW. De leaseprijs omvat: huur, financiering, reparatie, onderhoud, brandstof, verzekering en wegenbelasting.
Verbetering van het werkkapitaal, minder geld nodig voor financiering debiteurensaldo. (nu ƒ 513.981.=)
Verlaging van het crediteurensaldo.
Verlaging autokosten door leasing.
rente leveranciers ƒ 750.000.= x 12% = ƒ 92.000.=
autokosten besparing ƒ 82.000.= -ö- ƒ 60.000 = ƒ 22.000.=
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
Eerst was er een schuld van een half miljoen. De boeken van [belanghebbende] lieten zien dat er niets te halen viel. We wilden niet het faillissement van [belanghebbende]. We wilden rust in het gebied na de overname van [F].”