Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
De verschuldigde bedragen dienen te worden vastgesteld, ervan uitgaande dat recht op verrekening bestaat ten belope van de helft van de contante waarde van het deel van het pensioen dat op het tijdstip van ontbinding van de gemeenschap reeds was opgebouwd. Komt mede een weduwenpensioen voor verrekening in aanmerking, zoals hier het geval is,dan zal zulks in voormelde uitkering worden verwerkt door deze met een naar een overeenkomstige maatstaf te bepalen bedrag te verminderen.
vanaf1 januari 2012. In de dagvaarding in hoger beroep van 18 oktober 2012 heeft de vrouw veroordeling van de man gevraagd tot betaling van de maandelijkse termijn over de periode 1 januari 2012 tot 31 oktober 2012, met de verschuldigde rente daarover. Zij heeft voorts gevorderd de man te veroordelen tot maandelijkse betaling van de haar toekomende (toekomstige, zo verstaat het hof) aanspraken. Deze vordering is in beginsel eveneens toewijsbaar.