Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [geïntimeerde 1] B.V.,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Kamerstukken II1990/91 MvT, 21 893, nr.3) volgt dat voor die gevallen waarin een der echtgenoten niet of in onvoldoende mate eigen pensioen is opgebouwd, pensioenverevening wenselijk en nodig is vanuit een oogpunt van rechtsgelijkheid en rechtszekerheid. Daarbij heeft de wetgever als uitgangspunt genomen dat verevening steeds plaats dient te vinden, tenzij de (gewezen) echtgenoten overeenkomen daarvan af te wijken. In het oorspronkelijke wetsvoorstel was bepaald dat uitsluiting van pensioenverevening of afwijking van het wettelijk systeem zou kunnen geschieden bij notariële akte. Bij Nota van wijziging (vergaderjaar 1991-1992, 21 893, nr.6) is daaraan toegevoegd dat de toepasselijkheid ook kan worden uitgesloten bij een bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de scheiding (artikel 2, lid 1 Wvps).
Kamerstukken II1990/91 MvT, 21 893, nr.3). Daarbij heeft de wetgever als uitgangspunt gekozen voor een pensioendeling waarbij recht werd gedaan aan de gedachte dat opbouw van pensioenrechten tijdens de huwelijksperiode een inspanning is van beide huwelijkspartners, die erop gericht is te bereiken dat zij beiden kunnen genieten van een redelijke oudedagsvoorziening.