Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
17 maart 2015
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan de
gemeente Zeist(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de waardevaststelling van onroerende zaken in de gemeente Zeist. De heffingsambtenaar had de waarde van verschillende onroerende zaken vastgesteld op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) voor het jaar 2012. Belanghebbende, mede-eigenaar van de onroerende zaken, heeft bezwaar gemaakt tegen deze waarderingen en is in beroep gegaan bij de rechtbank. De rechtbank heeft in een tussenuitspraak de waarde van een van de onroerende zaken verlaagd, maar de heffingsambtenaar kreeg de kans om gebreken in zijn besluit te herstellen. In een latere uitspraak heeft de rechtbank de waarderingen van andere onroerende zaken vernietigd en verlaagd.
Belanghebbende heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraken. Tijdens de zitting heeft het Hof geprobeerd een compromis te bereiken tussen de partijen. Uiteindelijk hebben partijen overeenstemming bereikt over de nieuwe waarderingen van de onroerende zaken, die ook voor de jaren 2013 en 2014 zullen gelden. Het Hof heeft het hoger beroep gegrond verklaard en de uitspraken van de rechtbank vernietigd. De heffingsambtenaar is veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van belanghebbende, die zijn vastgesteld op € 2.992. De uitspraak is openbaar gedaan op 17 maart 2015.