Uitspraak
[appellante],
1.[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 2],
[geïntimeerden],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis van de Rechtbank Zwolle-Lelystad d.d. 12 december 2012, bekend onder zaaknummer/rolnummer 191473/HZ ZA 11-1026, gewezen tussen appellante als eiseres en geïntimeerden als gedaagden te vernietigen en opnieuw rechtdoende met inachtneming van de eiswijziging, zoals in deze memorie verzocht - zo nodig onder verbetering en aanvulling van rechtsgronden alsnog de vordering(en) van appellant als eiseres toe te wijzen en geïntimeerden in de kosten van beide instanties (en het incident) te veroordelen,
2.De vaststaande feiten
DOEL VAN DE TAXATIE
€ 60.000,-
€ 85.000,-
Taxatie opstal" en op voormeld polisblad van 21 oktober 2008 is vermeld: "
Taxatie 7:960 BW gebouwen".
€ 50.000,-
€ 55.000,-
verzekerd bedrag" van € 510.000,- opgenomen en daarbij is vermeld: "
Reden afgifte: aanpassing verz. som conform tax. rapp. 07-07-2004/clausule".
Aanpassing conform taxatie/premie/clausule".
Betreft: uitwerking opmerking contract en VPL
Betreft : Lagere waardering bedrijfspanden
Betreft:waardering onroerend goed
2.
Een laatste aanpassing is nog noodzakelijk in verband met de waardering van de bedrijfspanden bij het uittreden van één van de deelnemers. Over deze waardering is een afspraak gemaakt in december 2004. In het bespreekverslag van mijn kantoorgenoot [accountant] van 2 december 2004 is daarover opgemerkt:
Overeenkomst maatschapsleden [B.V. Q] inzake aanpassing structuur praktijkuitoefening april 2005" (hierna: “overeenkomst 2005”) opgesteld. In deze op 5 mei 2005 ondertekende overeenkomst 2005 is onder meer het volgende opgenomen:
"beschrijving van de inbreng in natura per 1 januari door [geïntimeerde 1], [appellante] en [geïntimeerde 2] in de op te richten besloten vennootschap [bedrijf 3]" zijn de bedrijfspanden voor een waarde van € 1.210.875,- opgenomen. In de daarbij behorende toelichting is vermeld:
Oordeel
Onderhandse verkoopwaarde, Vrij van huur en gebruik:
Onderhandse verkoopwaarde, vrij van huur en gebruik:
aandelenwaardering van [B.V. Q] Holding
verzekerde som" van € 923.200,-. In het polisblad van de gebouwenverzekering bij UW Assuradeuren met polisnummer [nummer 1] van 24 mei 2009 is voor het bedrijfspand te [plaats 1] een "
verzekerd bedrag" opgenomen van € 670.400,-.
3.De vordering en de beslissing in eerste aanleg
4.De grieven
5.Wijziging van eis
6.De beoordeling
grieven 3 tot en met 7, 8 (deels) 9 en 10hebben de strekking dat het bindend advies naar de inhoud vernietigbaar is en lenen zich voor gezamenlijke behandeling. Aangevoerd is dat in het bindend advies voor de waardering van de aandelen in de holding is uitgegaan van de vervangingswaarde van de bedrijfspanden en dat daarmee is afgeweken van de in artikel 14 van de overeenkomst 2005 afgesproken waarderingsmaatstaf voor deze bedrijfspanden, namelijk "
de waarde alsof de betreffende panden nieuw zijn, dat wil zeggen op verzekerde waarde (exclusief opruimkosten) + fundering + waarde grond op going concern basis". Artikel 14 van de overeenkomst 2005 gaat volgens [appellante] uit van een nieuw bedrijfspand, dat wil zeggen van de verzekerde waarde. Die verzekerde waarde is in haar visie opgenomen in de door [bedrijf 1] in het kader van de verzekering van de bedrijfspanden gedane taxaties en in de op de bedrijfspanden betrekking hebbende verzekeringspolissen. Omdat in de afgesproken verzekerde waarde de grond en de funderingen niet zijn begrepen moesten uitsluitend de grond en de funderingen nog worden getaxeerd. [accountant] heeft daarmee ten onrechte aan de makelaars opgedragen de vervangingswaarde van de bedrijfspanden vast te stellen. Partijen hebben in artikel 14 van de overeenkomst 2005 verder afgesproken dat de in de verzekeringsvoorwaarden genoemde opruimingskosten niet worden meegenomen in de waardebepaling. [appellante] heeft aangevoerd dat de in het bindend advies gehanteerde vervangingswaarde een heel ander waardebegrip is dan de in de overeenkomst 2005 afgesproken herbouw/nieuwwaarde.
de betreffende panden nieuw zijn".
Niet voldoende gesteld of gebleken is dat [accountant] ten tijde van het geven van het bindend advies partijdig heeft gehandeld. De door [appellante] daarvoor gestelde door [accountant]
achterafgezochte legitimatie van de voor de bedrijfspanden gehanteerde vervangingswaarde maakt niet dat aan het bindend advies in de door Drs. [X] gestelde zin een ernstig gebrek schort.
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zullen opgeven op de
roldatum van dinsdag 7 april 2015, waarna de raadsheer-commissaris dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) vaststelt;
twee wekenvoor het getuigenverhoor zal plaatsvinden een kopie van het volledige procesdossier ter griffie van het hof doet bezorgen, bij gebreke waarvan de advocaat van [geïntimeerden] alsnog de gelegenheid heeft uiterlijk
één weekvoor de vastgestelde datum een kopie van de processtukken over te leggen,