Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
Stichting Beheer Derdengelden Koers c.s. Advocaten,
de stichting,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, betreft het een incident tot zekerheidstelling voor proceskosten in hoger beroep. De appellant, die voorheen een andere naam droeg, heeft in eerste aanleg verzocht om heropening van de vereffening van een ontbonden stichting, waarbij hij een vordering van € 132.700,- op de stichting stelt. De rechtbank heeft in eerdere beschikkingen bepaald dat de appellant zekerheid moet stellen voor de proceskosten, wat resulteerde in een bedrag van € 1.065,- dat op een derdenrekening is gestald. De stichting heeft vervolgens in hoger beroep verzocht om aanvullende zekerheid te stellen voor de proceskosten, waarbij het hof oordeelt dat artikel 224 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) van overeenkomstige toepassing is in de verzoekschriftprocedure. Het hof stelt vast dat de appellant geen woonplaats of gewone verblijfplaats in Nederland heeft, en dat hij de partij is die een vordering heeft ingesteld. Hierdoor is de verplichting om zekerheid te stellen van toepassing. Het hof oordeelt dat de stichting recht heeft op aanvullende zekerheid, en bepaalt dat de appellant binnen vier weken een bankgarantie moet stellen voor een bedrag van € 2.499,-. De beslissing omtrent de kosten van het incident wordt gereserveerd voor de einduitspraak in de hoofdzaak.