In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 augustus 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [kind 1] en [kind 2]. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming Overijssel, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel van 3 juni 2016, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing voor drie maanden was verlengd. De GI was van mening dat de beslissing van de kinderrechter onbegrijpelijk was, omdat deze enerzijds de machtiging voor slechts drie maanden verlengde, terwijl anderzijds werd overwogen dat de raad onderzoek moest doen naar het perspectief van de kinderen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 18 augustus 2016 zijn de ouders, bijgestaan door hun advocaten, verschenen. De GI heeft betoogd dat de machtiging tot uithuisplaatsing voor een jaar zou moeten worden verlengd, terwijl de ouders verweer voerden tegen de verlenging. Het hof heeft vastgesteld dat het onderzoek van de raad naar het perspectief van de kinderen nog niet was afgerond en dat de pleegouders niet waren verschenen op de zitting.
Het hof heeft uiteindelijk besloten de bestreden beschikking te vernietigen en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor de duur van zes maanden, tot 5 december 2016. Tevens is de raad verzocht om voor 1 oktober 2016 te rapporteren over het perspectief van de kinderen en de omgangsregeling. De mondelinge behandeling zal worden voortgezet met oproeping van alle betrokken partijen.