Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
6 september 2016
inspecteurvan de
Belastingdienst/Midden & Kleinbedrijf Leeuwarden(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Inspecteur van de Belastingdienst tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De rechtbank had de informatiebeschikking van de Inspecteur vernietigd voor het jaar 2010, omdat belanghebbende, een pizzeria, volgens de rechtbank aan zijn administratie- en bewaarplicht had voldaan. De Inspecteur was het hier niet mee eens en stelde dat belanghebbende in 2010 niet voldeed aan de eisen van artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). De zaak betreft belastingaanslagen in de inkomstenbelasting, loonheffingen en omzetbelasting voor de jaren 2008 tot en met 2010.
De rechtbank had eerder geoordeeld dat de administratie van belanghebbende niet voldeed aan de wettelijke eisen, omdat hij geen betrouwbare kasadministratie voerde en belangrijke gegevens niet had bewaard. De Inspecteur had vastgesteld dat er aanzienlijke gebreken waren in de administratie, waaronder het niet bewaren van primaire aantekeningen van bestellingen en dagelijkse omzetten, en het ontbreken van een inkoop- en voorraadadministratie. Tijdens de zitting bij het Hof werd bevestigd dat belanghebbende de door de Inspecteur geconstateerde gebreken niet betwistte.
Het Hof oordeelde dat de gebreken in de administratie van belanghebbende dermate ernstig waren dat deze niet voldeed aan de eisen van de AWR. Het Hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond. De informatiebeschikking van de Inspecteur werd bevestigd, evenals de sanctie van omkering en verzwaring van de bewijslast. De uitspraak werd gedaan op 6 september 2016.