Partijen hebben na het verbreken van hun samenleving in 2012 onder meer afspraken gemaakt over de partneralimentatie, die zijn vastgelegd in een op 11 juli 2012 ondertekende depotakte op basis van de op 28 juni 2012 ondertekende vaststellingsovereenkomst.
In de vaststellingsovereenkomst van 28 juni 2012 is vermeld:
De samenleving is beëindigd per 1 februari 2012.
Vader en moeder zijn overeengekomen dat zij een onderhoudsvoorziening treffen die
overeenkomt met een onderhoudsvoorziening die tussen de partners zou gelden als waren zij
gehuwd. De voldoening aan deze verplichting wordt door de partners aangemerkt als
voldoening aan de dringende verplichting van moraal en fatsoen.
De gemelde onderhoudsvoorziening is vastgesteld middels de berekening van 26-04-2012 en
21-05-2012. Op basis van de zogenaamde ‘Hof norm’ zou de partneralimentatie vastgesteld kunnen worden op een bedrag van € 327,00 bruto per maand (...). Vader heeft zich bereid verklaard een hoger bedrag aan partneralimentatie te betalen dan het verplichte bedrag ad
€ 327,00 bruto per maand, e.e.a. gebaseerd op de huidige draagkracht van vader, onder de voorwaarde dat het salaris van vader minimaal gelijk blijft aan zijn per datum ondertekening van de onderhavige overeenkomst geldende salaris. (...)
Bij een vastgestelde kinderalimentatie van € 1.000,00 door de vader wordt de partneralimentatie € 2.500,00 bruto per maand.
De partneralimentatie gaat in per 1 juli 2012.
Indien de vader overlijdt is er op dit moment voor de moeder € 8.073,- nabestaandenpensioen verzekerd (opgave mei 2011). De moeder zal nog zelfstandig een overlijdensrisico-
verzekering (ivm beëindigen nabestaandenpensioen) afsluiten. De vader werkt er aan mee dat de moeder binnen 2 maanden na ondertekening van dit ouderschapsplan een dalende
overlijdensrisicoverzekering met een verzekerd bedrag en een minimale duur van 5 jaar (tot
het einde van de alimentatieperiode) op zijn leven afsluit met een aanvangskapitaal van
€ 80.000,00.
(...)