Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Neder Rijn Holding B.V.,
Giesbers Groep B.V.,
Giesbers-Wijchen Ontwikkeling B.V.(rechtsopvolgster onder algemene titel van
Giesbers-Arnhem Ontwikkeling B.V.),
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
major punt” en een aantal “
minor punten” met betrekking tot erfdienstbaarheden, de noodzaak tot verplaatsing van monumentale bomen en de kans op archeologische vondsten was tegengekomen. Partijen hebben bij amendement van 20 maart 2008 de koopsom gewijzigd in € 3.000.000 aan te vullen (1) bij verkrijging van een onherroepelijke bouwvergunning voor het beoogde nieuwbouwplan met een fee van € 250.000 en van € 300.000, dit laatste bedrag te verminderen met de lasten en kosten veroorzaakt/gemaakt ten gevolge van erfdienstbaarheden op het perceel en (2) na oplevering van het gehele nieuwbouwplan met een fee van € 250.000. De uitbetaling van de fee en de verrekening verviel, als er op 1 januari 2013 geen onherroepelijke bouwvergunning zou zijn verleend en de bouw niet zou zijn gestart. Het perceel is op 26 maart 2008 aan Itex geleverd. Nadien is het perceel via Grondbedrijf Meander B.V. (hierna: Meander) aan Grondbedrijf Waalrijn Beheer B.V. en daarna aan Giesbers Groep in (juridische) eigendom geleverd, terwijl het daarvoor reeds in (economische) eigendom aan GAO was geleverd en GAO had verklaard volledig garant te staan voor de nakoming van de verplichtingen uit, kort gezegd, de koopovereenkomst. De raad van de gemeente Arnhem heeft op 30 juni 2014 het bestemmingsplan “ [het perceel] ” vastgesteld, dat op 21 januari 2015 onherroepelijk is geworden. Op grond van het bestemmingsplan zijn minder (grote) appartementen te realiseren dan in de koopovereenkomst is omschreven. Er behoeven geen monumentale bomen te worden verplaatst. Er is nog geen omgevingsvergunning voor bouwen aangevraagd.
“de lasten en kosten veroorzaakt/gemaakt ten gevolge van de erfdienstbaarheden op het perceel [het perceel] ”geeft de bedoeling van partijen volgens [verkoper] niet precies weer. Aanleiding voor [verkoper] ’ beroep op wederzijdse dwaling was de door [verkoper] gehoorde, maar niet in het proces-verbaal vastgelegde opmerking van getuige [de directeur] , destijds directeur van een zustervennootschap van GAO en betrokken bij de onderhandelingen over het amendement, tijdens het voorlopig getuigenverhoor dat de erfdienstbaarheid niet van invloed was op de uitvoering van het destijds voorziene bouwplan (nr. 81 inleidende dagvaarding). Deze stelling heeft Giesbers c.s. betwist.
op dat momentonjuist was, omdat het oorspronkelijke beoogde nieuwbouwplan geen bebouwing bevatte binnen de 50 meter contour van de erfdienstbaarheid en dus geen wijziging behoefde, althans dat het bouwplan kon worden gewijzigd zonder dat verplaatsing van monumentale bomen noodzakelijk werd. Het hof zal het beroep op wederzijdse dwaling op basis van deze stellingen beoordelen. Van wederzijdse dwaling is sprake als de wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst van dezelfde onjuiste veronderstelling als de dwalende is uitgegaan en de overeenkomst bij een juiste voorstelling van zaken bij de dwalende niet of niet op dezelfde voorwaarden tot stand zou zijn gekomen (artikel 6:228 lid 1 onder c BW). De vernietiging kan niet worden gegrond op een dwaling die een uitsluitend toekomstige omstandigheid betreft of die in verband met de aard van de overeenkomst, de in het verkeer geldende opvattingen of de omstandigheden van het geval voor rekening van de dwalende behoort te blijven (idem lid 2).
“de fee en verrekening”vervalt als er op 1 januari 2013 geen onherroepelijke bouwvergunning is verleend en de bouw niet is gestart. De genoemde termijn is niet gehaald en Giesbers c.s. stellen zich op het standpunt dat de nabetalingsverplichting is vervallen.
“ [het perceel] ”, voor zover die blijken uit het dossier, op een rij gezet:
“majeure impact”van het plan kennelijk had gekozen voor vaststelling van een bestemmingsplan en dat GAO dat had te accepteren (nr. 27 conclusie van antwoord).