Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
3.Geschil
4.Beoordeling
5.Kosten
6.Beslissing
1 november 2016in het openbaar uitgesproken.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [X] C.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 1 december 2015, waarin het bezwaar tegen een aanslag vennootschapsbelasting over het jaar 2010 niet-ontvankelijk werd verklaard door de inspecteur van de Belastingdienst. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag en de heffingsrente, maar de inspecteur verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk. De rechtbank bevestigde deze beslissing. De belanghebbende stelde dat het bezwaarschrift tijdig ter post was bezorgd, maar de inspecteur betwistte dit. Tijdens de zitting op 4 oktober 2016 verscheen de belanghebbende niet, maar er werd een faxbericht met aanvullende beroepsgronden ingediend. Het Hof oordeelde dat de datum van de aanslag op 2 augustus 2014 was en dat de termijn voor het indienen van bezwaar op 15 september 2014 afliep. Het bezwaarschrift werd pas op 23 september 2014 ontvangen, wat meer dan een week na de deadline was. Het Hof overwoog dat de belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat het bezwaarschrift tijdig ter post was bezorgd en dat de late bezorging aan PostNL te wijten was. Het Hof volgde de argumenten van de inspecteur en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.