Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellante],
het ziekenhuis,
1.Het geding in eerste instantie
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
geen gehoor zal geven aan de uitnodiging voor het gesprek over haar re-integratie op 2 maart 2015.
4.De procedure en de beslissing in eerste aanleg
5.Toepasselijk recht en ontvankelijkheid
6.Met betrekking tot de doorbrekingsgronden
grieven 1 en 2grieft dat de kantonrechter de inhoud van het verweerschrift en de producties die door [appellante] zijn ingediend niet op waarde heeft geschat en dat hij een of meer stellingen van [appellante] ten onrechte als tardief heeft aangemerkt, gaat het in essentie om motiveringsklachten die - gelet op hetgeen is overwogen in 6.3 - niet tot doorbreking van het appelverbod kunnen leiden.
Het voorstellen van een verbetertraject was kennelijk gestoeld op geconstateerde fouten die [appellante] had gemaakt. Zij heeft die fouten niet betwist".
Dit alles heeft niet plaats gevonden zodat [appellante] de fouten betwist te hebben gemaakt en/of dat de fouten met haar dan wel in het werkoverleg besproken zijn."
Verder is de kantonrechter van oordeel dat er geen enkele concrete aanleiding is genoemd op grond waarvan van Martini Ziekenhuis verlangd had kunnen worden om onderzoek te doen naar het bestaan van een pest- of roddelcampagne tegen [appellante] . De stelling ter zitting dat [appellante] geen urenuitbreiding heeft gekregen en haar collega's wel, is voor het eerst ter zitting naar voren gebracht en daarmee tardief."
Vanaf 2013 moest [appellante] extra werk verrichten waarvoor zij ondanks herhaald verzoek geen extra uren noch hulp kreeg. Dit terwijl collegae bereid waren om [appellante] te helpen bij het verwerken van het vele werk dat op haar afkwam. Het MZH(hof: ziekenhuis)
wist dit maar deed er niets aan."
[appellante] heeft herhaaldelijk gevraagd om ondersteuning maar deze niet gekregen en gesmeekt om in te grijpen voor wat betreft het roddelen, echter het MZH deed niets anders dan [appellante] na een goede beoordeling wegens drie luttele en zelfs betwiste fouten het stempel disfunctioneren te plakken."
dat [appellante] geen urenuitbreiding heeft gekregen en haar collega's wel". De grief mist in zoverre feitelijke grondslag, dan wel de grief berust op een onjuiste lezing van de bestreden beschikking. Voor zover [appellante] opkomt tegen het oordeel van de kantonrechter dat geen concrete aanleiding is genoemd op grond waarvan van Martini Ziekenhuis verlangd had kunnen worden om onderzoek te doen naar het bestaan van een pest- of roddelcampagne, gaat het om alleen een motiveringsklacht en stuit dit af op hetgeen is overwogen in 6.3.
Grief 4bouwt hierop voort met de stelling dat de kantonrechter ten onrechte geen onderzoek heeft willen instellen naar het ontoelaatbare gebruik van de VIM-meldingen, terwijl deze meldingen volgens [appellante] in strijd met het protocol ten grondslag zijn gelegd aan het disfunctioneren en het ontslag.
grief 5bestrijdt [appellante] de hierna door het hof onderstreepte passage in rechtsoverweging 4.7 van de bestreden beschikking:
De gemachtigde van [appellante] heeft in het verweerschrift aangevoerd dat in het e-mailbericht van 27 februari 2015 uiteen is gezet wat er precies speelde, dat er slechts gevraagd is om een neutrale vergoeding bij beëindiging van het dienstverband, en dat [appellante] mede om die reden niet zou hoeven te verschijnen op het gesprek op 2 maart 2015. Deze redenering kan niet worden gevolgd, omdat - nog daargelaten dat in het e-mailbericht geen voorstel wordt gedaan - een uiteenzetting van gebeurtenissen geen reden is om niet te verschijnen. Ook wordt in het e-mailbericht door de gemachtigde van [appellante] genoemd dat de arbo-arts heeft geadviseerd om snel tot een oplossing te komen;hiermee heeft de arbo-arts naar alle waarschijnlijkheid gedoeld op het voeren van gesprekken, waarvoor [appellante] nu juist niet is verschenen. Voor het niet-verschijnen op de overige drie uitnodigingen voor een gesprek voorafgaand aan het kort geding, is geen enkele reden aangevoerd.(...)"