Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Overwegingen
3.Proceskosten
4.Beslissing
mr. A.I. van Amsterdam, in tegenwoordigheid van mr. J.H. Riethorst als griffier.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel, waarin het bezwaar tegen de invorderingskosten van de watersysteemheffing en zuiveringsheffing ongegrond werd verklaard. De rechtbank had eerder geoordeeld dat belanghebbende de aanslagen voor het jaar 2015, die in totaal € 297,02 bedroegen, niet tijdig had betaald. Na een aanmaning op 3 oktober 2015, waarbij € 7 aan aanmaningskosten in rekening werd gebracht, heeft belanghebbende het volledige bedrag op 6 oktober 2015 betaald. Echter, op 10 november 2015 werd er een dwangbevel uitgevaardigd voor het openstaande bedrag van € 7, met daarbij € 39 aan betekeningskosten. Belanghebbende betwistte de ontvangst van de aanslag en stelde dat de aanmanings- en betekeningskosten ten onrechte in rekening waren gebracht.
Tijdens de zitting op 25 april 2017 heeft belanghebbende verklaard dat hij de aanslag om onverklaarbare redenen niet had ontvangen, ondanks dat hij zorgvuldig met zijn post omgaat. De ontvanger heeft echter bewijsstukken overgelegd waaruit blijkt dat de aanslag op regelmatige wijze was verzonden. Het Hof oordeelt dat de ontvanger niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de aanslag daadwerkelijk bij belanghebbende is aangekomen. Het Hof komt tot de conclusie dat de aanmanings- en betekeningskosten ten onrechte zijn opgelegd, en vernietigt de eerdere uitspraken van de rechtbank en de ontvanger. Tevens wordt de ontvanger veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 94,96, en moet het betaalde griffierecht worden vergoed.
De uitspraak is gedaan door de tweede meervoudige belastingkamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 juni 2017, en is openbaar uitgesproken. Beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.