4.26.De Rechtbank heeft over de correctie gebruikelijk loon als volgt overwogen:
“19. Eiseres heeft voorts een uittreksel van de Kamer van Koophandel overgelegd van (c) [U] BV waaruit volgt dat deze vennootschap op 20 juni 2007 is opgericht. Eiseres heeft niet concreet betwist dat in deze vennootschap activiteiten hebben plaatsgevonden. Gelet hierop, kan deze vennootschap niet aan de correctie gebruikelijk loon ten grondslag worden gelegd in het jaar 2006 maar voor het jaar 2007 wel gedeeltelijk.
24. Eiseres heeft ten aanzien van (h) [V] BV onweersproken gesteld dat dit dezelfde vennootschap is als (l) [W] BV, de rechtsopvolgster van (h) [V] BV. Verweerder heeft dit niet weersproken. Eiseres heeft niet betwist dat in deze onderneming activiteiten plaatsvonden en dat zij daarvoor werkzaamheden heeft verricht. Gelet hierop, acht de rechtbank aannemelijk dat zij in de jaren 2006 en 2007 met deze vennootschap een fictieve dienstbetrekking had waarvoor het gebruikelijk loon in aanmerking had moeten worden genomen. Eiseres heeft voorts betoogd dat de naam vervolgens is gewijzigd in [Y] BV, waarvan vanaf 28 maart 2007 [AA] BV de enig aandeelhouder en bestuurder is, maar van deze overname heeft zij – bij betwisting door verweerder – geen bewijs overgelegd. Daarbij komt dat uit de door eiseres overgelegde – voorlopige – balans van [D] BV over 2007 volgt dat (l) [W] BV gedurende het hele jaar een 100% deelneming is geweest, zodat hierom te minder aannemelijk is dat in 2007 deze vennootschap is overgenomen. Er bestaan dan ook voldoende aanknopingspunten om de fictieve dienstbetrekking voor heel 2007 aan te nemen.
25. Eiseres heeft voorts een uittreksel van de Kamer van Koophandel overgelegd van (i) [F] BV waaruit volgt dat deze vennootschap op 26 september 2007 is opgericht. Eiseres heeft niet concreet betwist dat in deze vennootschap activiteiten hebben plaatsgevonden. Gelet hierop, kan deze vennootschap in het jaar 2006 niet aan de correctie gebruikelijk loon ten grondslag worden gelegd en voor het jaar 2007 gedeeltelijk.
26. Eiseres heeft voorts aangevoerd dat (j) [BB] BV blijkens het uittreksel van de Kamer van Koophandel is gevestigd op 27 mei 2010, zodat in de onderhavige jaren geen werkzaamheden door eiseres zijn verricht. Verweerder heeft dit weersproken door erop te wijzen dat de vennootschap eerder is opgericht (en kennelijk elders was gevestigd) en ook al tussen 2004 en 2008 actief was, maar verweerder heeft deze stelling niet nader onderbouwd. Gelet hierop, kan deze vennootschap niet aan de correctie gebruikelijk loon ten grondslag worden gelegd.
27. Verweerder heeft nog gewezen op de door eiseres overgelegde – niet goedgekeurde – jaarstukken van [D] BV over 2007. Uit deze stukken kan worden afgeleid dat, naast (l) [W] BV, gedurende het hele jaar (b) [K] BV, [CC] BV (onweersproken gesteld dat dit dezelfde vennootschap is als (k) [H] BV) en [DD] BV 100% deelnemingen zijn geweest. Eiseres heeft onvoldoende concreet betwist dat deze vennootschappen ook in geheel 2006 al een deelneming vormden van [D] BV. Voorts heeft eiseres onvoldoende concreet betwist dat in deze vennootschappen in het geheel geen activiteiten hebben plaatsgevonden dan wel dat zij daarvoor geen werkzaamheden verrichtte in de onderhavige jaren. Gelet hierop, kunnen deze vennootschappen aan de correctie gebruikelijk loon ten grondslag worden gelegd. Dit geldt niet voor [EE] BV. De rechtbank acht op grond van de door eiseres overgelegde stukken voldoende aannemelijk dat in deze vennootschap alleen sprake is van een onroerend goedtransactie met één pand. Verweerder heeft dit ook niet concreet betwist.
28. Verweerder heeft ter zitting nog een aantal andere vennootschappen genoemd, zoals [E] BV, [FF] BV en [L] BV, waarin eiseres volgens verweerder via [D] BV of op andere wijze een aanmerkelijk belang zou hebben gehad. Verweerder heeft met betrekking tot deze vennootschappen ter zitting een bewijsaanbod gedaan. De rechtbank gaat hier echter aan voorbij. De bewijslast om de correctie gebruikelijk loon aannemelijk te maken rust in beginsel op verweerder en ten minste mag dan van verweerder worden verwacht dat hij de vennootschappen die hij aan de correctie ten grondslag wil leggen uiterlijk bij het verweerschrift kenbaar heeft gemaakt, zodat eiseres zich daartegen kan verweren. Toewijzen van dit bewijsaanbod zou, omdat het in een dermate laat stadium van de procedure is gedaan - ter zitting pas naar aanleiding van vragen van de rechtbank - in strijd komen met de goede procesorde.
29. Uit het voorgaande volgt dat voor het jaar 2006 van de vennootschappen (b) [K] BV, [CC] BV ((k) [H] BV), (h) [V] BV/ (l) [W] BV en [DD] BV aannemelijk is dat eiseres daarmee een fictieve dienstbetrekking had naast [D] BV. Daarnaast geldt dit voor 2007 ook nog gedeeltelijk voor (c) [U] BV (vanaf juli 2007) en (i) [F] BV (vanaf oktober 2007). Omdat eiseres geen concrete feiten en omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan kan worden aangenomen dat de werkzaamheden voor deze vennootschappen wat betreft aard en omvang tot een lager dan het in artikel 12a, eerste lid, van de Wet LB genoemde bedrag zouden moeten leiden, kan worden uitgegaan van een gebruikelijk loon van € 39.000 per jaar. Voor het jaar 2006 leidt dit tot een bedrag van (5 * € 39.000 =) € 195.000. Voor 2007 heeft eiseres looninkomsten van [D] BV aangegeven, zodat deze vennootschap niet aan de correctie ten grondslag kan worden gelegd. Het bedrag van de correctie wordt dan (4* € 39.000 =) € 156.000, vermeerderd met de tijdsevenredig lagere loonbedragen voor [U] BV (€ 19.500) en [F] BV (€ 9.750) tot een bedrag van € 185.250.”
a. IB/PVV 2006
Principaal hoger beroep met betrekking tot redelijke schatting