Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
zaak 1, waarbij de afzonderlijke zaaknummers waar nodig zullen worden aangeduid met zaak 1a en zaak 1b)
[appellant zaak1/geïntimeerde zaak 2],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde1],
2. [geïntimeerde2] ,
[geïntimeerde2],
[geïntimeerden zaak 1/appellanten zaak 2] c.s.,
zaak 2)
1.[appellant] ,
2. [appellante] ,
[geïntimeerden zaak 1/appellanten zaak 2] c.s.,
[appellant zaak1/geïntimeerde zaak 2],
Het verdere verloop van de gedingen in hoger beroep
2.De verdere beoordeling van de grieven en de vorderingen
zaak 1het vonnis van 16 oktober 2013 vernietigen, inclusief de in hoger beroep niet aangevochten beslissing onder 7.1 (de veroordeling van [appellant zaak1/geïntimeerde zaak 2] tot betaling van de nota van Borg ad € 960,63). Het hof zal die beslissing uit efficiencyoverwegingen verplaatsen naar het eindarrestgedeelte. Ook het vonnis van 14 januari 2015 wordt vernietigd. Het hof zal in deze procedure, nu die gericht was tegen de deelvonnissen, geen nieuw dictum formuleren. Dat komt in procedure 2 aan de orde. In deze deelvonnissen is geen kostenveroordeling opgenomen, zodat het hof in die procedure geen beslissing behoeft te nemen over de proceskosten in eerste aanleg. Wel dient het hof in deze procedure te beslissen over de proceskosten in hoger beroep.
zaak 2zal het hof het eindvonnis van 28 september 2016 vernietigen en opnieuw rechtdoende [appellant zaak1/geïntimeerde zaak 2] veroordelen tot betaling van de nota van Borg en de hiervoor berekende schadevergoeding van € 4.200. Rente is niet gevorderd. Over de nota van Borg is rente verschuldigd vanaf de betekeningsdatum van het vonnis waarin deze veroordeling oorspronkelijk was opgenomen. Nu het hof deze veroordeling betreffende de nota van Borg uitsluitend om efficiencyredenen vernietigt zal het hof daarom over dat bedrag de wettelijke rente toewijzen vanaf 31 oktober 2013.