2.12.Bij brief van 8 februari 2013 heeft de Inspecteur aan belanghebbende vragen gesteld over de verkoop van de onroerende zaken. In deze brief staat onder andere het volgende:
“Volgens mijn informatie zijn op 7 december 2004 twee Duitse vennootschappen opgericht
( [C] GmbH en [D] GmbH) in welke
vennootschappen [B] BV op dat moment een belang heeft van 20% van het aandelen kapitaal. Op 10 december 2004 schaffen beide vennootschappen ieder vastgoed aan in [E] voor totaal € 21.200.000. Het vastgoed was eigendom van het [J] concern.
a. Ik verzoek u uitgebreid toe te lichten:
1. Hoe is bovenstaande transacties tot stand gekomen?;
2. Hoe is de heer [X] of [B] BV bij de aankoop betrokken geraakt?;
3. Hoe wist de heer [X] of [B] BV men dat het vastgoed te koop stond?;
4. Wie was de initiatiefnemer tot de aankoop en hoe is het contact met deze initiatiefnemer tot
stand gekomen?;
5. Wie waren de contacten bij [J] ?;
6. Wanneer zijn de onderhandelingen begonnen?;
7. Waar hebben de onderhandelingen plaatsgevonden?;
8. Wie hebben de onderhandelingen gevoerd met betrekking tot de aankoop namens de kopers en verkopers?; en
9. Wat was de specifieke rol van de heer [X] in het geheel van oprichting van de Duitse
vennootschappen, de aankoop van de ' [J] ' objecten en de latere verkoop van het
aandelenbelang?
Ik verzoek met betrekking tot de onderhandelingen kopieën van alle schriftelijke stukken ter zake te doen toekomen. Niet alleen correspondentie, maar ook emails, gespreksnotities, verslagen van aandeelhoudersvergaderingen, afschriften van taxatierapporten e.d.
b. Met betrekking tot de koopsom heb ik de volgende vragen:
1. Hoe is de koopsom tot stand gekomen?;
2. Zijn taxatierapporten opgemaakt van het vastgoed?;
3. Zo ja, dan ontvang ik hiervan graag kopieën?;
4. Zo nee, waarop is de koopsom dan gebaseerd?; en
5. Ik verzoek toe te lichten hoe men voor zichzelf de waarde van het vastgoed heeft
bepaald/berekend?
c. Met betrekking tot de financiering heb ik de volgende vragen:
1. Ik verzoek toe te lichten hoe en bij wie de koop van het vastgoed is gefinancierd;.
2. Zijn in het kader van de financiering taxatierapporten opgemaakt?;
3. Zo ja, dan ontvang ik hiervan graag kopieën;
4. Zo nee, waarom niet?;
5. Is het vastgoed bij de financiering als zekerheid verstrekt?;
6. Zo ja, dan ontvang ik graag kopieën van alle schriftelijke stukken ter zake; en
7. Zo nee, waarom niet?
In januari 2006 zijn de Duitse vennootschappen, samen met drie andere vennootschappen, verkocht. Van de totale verkoopsom is € 53.000.000 toegerekend aan de verkoop van de vennootschappen waarin [B] BV deelneemt.
d. Met betrekking tot de verkoop van de aandelen in de vennootschappen heb ik de volgende vragen:
1. Graag verneem ik van de heer [X] hoe de gerealiseerde waarde sprong wordt verklaard;
2. Met betrekking tot de verkoop verzoek ik u om de winstverdeling gedocumenteerd toe te lichten; en
3. Ik verzoek u mij de jaarstukken van [C] GmnH en [D] GmbH over 2006 te doen toekomen.
(…)
f. Met betrekking tot [C] GmbH en [D] GmbH heb ik de volgende vraag:
1. Ik wil graag beschikken over de oprichtingsakten van beide vennootschappen.
(…)”