Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant sub 1]
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
De verdere beoordeling van de grieven en de vordering in principaal en voorwaardelijk incidenteel hoger beroep
“geacht (…) te leiden tot een toename van het woongenot, als gevolg van (…) de gedeeltelijke vernieuwing van de bestaande woning door middel van een (fysieke) verandering of toevoeging”.De navolgende werkzaamheden zijn uitgevoerd (zie rechtsoverweging 2.4 van het tussenarrest van 2 juni 2015):
Nieuw keukenblok en nieuwe wandtegels keuken (…)
Nieuwe wand- en vloertegels douche (…)
Nieuwe wand- en vloertegels toilet (…)
Stucwerk (schuurwerk) wanden boven nieuwe wandtegels in toilet en keuken
Sauswerk plafond keuken
Nieuw sanitair te weten: toiletpot + reservoir (spaar), en wastafel
Nieuw garnituur douche
Aanpassen groepenkast elektra
Nieuw plafond in woonkamer (stucplafond)
Nieuwe binnendeuren gehele woning
Schakelmateriaal en wandcontactdozen vernieuwen
Wandtegels achter wastafel (spatscherm) slaapkamer vernieuwen
Enkelglas wordt isolatieglas inclusief aanpassingen en vernieuwen ramen
Tochtwand in hal inclusief deur (portiekje)
Woonkamer aanbrengen vloerplaat (zacht/hardboard)
Uitbreiding aantal wandcontactdozen o.a. in woonkamer en keuken
Slaapkamer 2e verdieping wordt slaapkamer nieuwe badkamer (douche/bad/toilet)
Compleet tegelwerk vloer en wand tot plafondhoogte (…)
Cv ketel wordt verplaatst naar zolder incl alle aanpassingen hiervoor
Extra trap naar zolder inclusief hekwerk (bestaande douche wordt trapopgang)”.
“Basis aanpak+”en
“Basis aanpak++”renovatiewerkzaamheden in de zin van artikel 7:220 lid 2 BW zijn, ook omdat deze werkzaamheden de grondslag hebben gevormd voor de huurverhoging op grond van artikel 7:255 lid 1 sub b BW (zie wat de stellingen van Portaal hierover betreft: nrs. 10, 87 en 104 memorie van antwoord; aan de hiermee strijdige en onvoldoende uitgewerkte opmerking in nrs. e.v. 6 akte van 14 februari 2017 dat alleen de aanleg van de zoldertrap en het aanbrengen van dubbele beglazing als renovatie zijn te beschouwen gaat het hof daarom voorbij; partijen konden, anders dan Portaal verdedigt, niet door het begrip renovatie afwijkend te definiëren ontkomen aan het dwingendrechtelijke regime van artikel 11g Bbsh (oud)). Het gaat onder andere om de volgende werkzaamheden die het comfort in de woning hebben verhoogd: aanbrengen van geluidsisolerend materiaal op een deel van de vloeren, aanbrengen van isolatieglas, verplaatsing van de cv-ketel van de keuken naar de zolder, aanleg van een vaste trap naar de zolder en vervanging van een doucheruimte in het “voorhuis” door een badkamer met bad, douche en WC in het “achterhuis”. Vooral deze werkzaamheden maakten het blijven bewonen van de woning moeilijk in verband met herinrichting van de ruimtes, hak- en breekwerk voor de leidingen, afsluiting van gas, water en elektra en blootstelling aan de buitentemperatuur wegens vervanging van de ramen. Dat kan in veel mindere mate worden gezegd van de werkzaamheden die beschreven staan onder
“Basis Aanpak”, waarvan alleen de vernieuwing van het keukenblok en wand- en vloertegels ingrijpend is. Omdat de werkzaamheden bovendien in de koude maanden plaatsvonden en het gezin van [appellanten] toen bestond uit twee ouders en twee kinderen en daardoor meer last zouden hebben gehad van afsluiting van gas, elektra en water, een en ander mede in het licht van het dringende advies van de aannemer om gebruik te maken van de wisselwoning, komt het hof tot de conclusie dat de renovatiewerkzaamheden verhuizing noodzakelijk maakten. Dat betekent dat de grieven 1, 2 en 3 gegrond zijn en dat [appellanten] in beginsel aanspraak hebben op de verhuiskostenvergoeding van artikel 11g Bbsh.
“Indien de huurder tijdelijk elders wordt gehuisvest en na de renovatie terugkeert in zijn oorspronkelijke woning wordt dat beschouwd als één verhuizing; de huurder heeft dan recht op eenmaal verhuiskostenvergoeding”(Staatsblad 2005/215, p. 4) leidt het hof af dat kosten van deze tijdelijke huisvesting elders niet mogen worden ingehouden op de verhuiskostenvergoeding
.Ook de kosten van renovatie die Portaal volgens haar had kunnen doorberekenen in de huurverhoging maar die zij coulancehalve niet heeft doorberekend en de gemiste opbrengsten van het coulancehalve later laten ingaan van de huurverhoging kunnen niet alsnog worden verrekend met de verhuiskostenvergoeding, enerzijds omdat Portaal voor deze coulance destijds een reden had (het lange wachten op de werkzaamheden) en anderzijds omdat een destijds prijsgegeven aanspraak niet thans alsnog in verrekening kan worden gebracht met de vordering van [appellanten] op Portaal.
3.Slotsom in principaal en voorwaardelijk incidenteel hoger beroep
€ 213,00
€ 299,00