Uitspraak
Alsi,
de curator,
1.Het geding in eerste aanleg
5 maart 2018 dat de voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, heeft gewezen.
2.Het geding in hoger beroep
De vaststaande feiten, het geschil en de beslissing in eerste aanleg
Gramen). In 2010 heeft Alsi het merendeel van haar aandelen in Lyempf voor een half miljoen euro verkocht aan Gramen. De afspraken die over de betaling van de koopsom zijn gemaakt, kwamen erop neer dat Gramen deze niet aan Alsi zou voldoen, maar aan Lyempf, en dat door die betaling voor hetzelfde bedrag een vordering uit lening zou ontstaan van Alsi op Lyempf. Gramen heeft deze betaling echter nooit gedaan.
.Alsi heeft ter uitvoering van deze veroordeling op 27 december 2013 € 591.063,- aan de curator betaald. Het Hof heeft het vonnis van de rechtbank echter op 24 oktober 2017 vernietigd, nadat het beroep van Alsi op verrekening alsnog was gehonoreerd. Alsi is door het Hof slechts veroordeeld tot betaling van een restantschuld van € 16.509,29 en wettelijke rente. De curator is veroordeeld in de kosten van de procedure in beide instanties (€ 40.804,52).
4.De beoordeling van de grieven en de vordering
ECLI:NL:HR:1985:AG4992, NJ 1986/84). Vanwege het restitutierisico is met betrekking tot de toewijzing van een dergelijke geldvordering terughoudendheid op haar plaats en mag van de eiser worden verlangd dat hij naar behoren feiten en omstandigheden aannemelijk maakt die meebrengen dat een zodanige voorziening uit hoofde van onverwijlde spoed is geboden. De rechter zal dan ook niet alleen moeten onderzoeken of de vordering voldoende aannemelijk is, maar ook of een spoedeisend belang bestaat, terwijl hij bij de afweging van de belangen van partijen mede het restitutierisico zal moeten betrekken (HR 30 juni 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA6341).