ECLI:NL:GHARL:2018:1520
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. van Schuijlenburg
- M. Eskandari
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de beslissing van de kantonrechter inzake het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland, die op 25 maart 2016 het beroep van de betrokkene ongegrond had verklaard. De betrokkene, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, had hoger beroep ingesteld, maar het beroepschrift bevatte geen gronden. De gemachtigde had niet verzocht om een termijn voor het indienen van gronden, en de kantonrechter was niet verplicht om een termijn te geven voor het indienen van gronden in dit geval. Het hof oordeelde dat de gemachtigde voldoende gelegenheid had om gronden in te dienen, maar ervoor had gekozen dit niet te doen. Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter en wees het verzoek om kostenvergoeding af. De gemachtigde had aangevoerd dat de kantonrechter ten onrechte geen gelegenheid had geboden om de gronden aan te vullen, maar het hof oordeelde dat de kantonrechter zich aan het geldende toetsingskader had gehouden. De beslissing van de kantonrechter werd derhalve bevestigd, en het verzoek om vergoeding van kosten werd afgewezen.