Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Eindhoven(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting voor de jaren 2008 tot en met 2012 zijn opgelegd. Belanghebbende, geboren in 1958 en werkzaam als docent aan een Britse universiteit, heeft zijn woonplaats in Nederland, maar verblijft ook regelmatig in het Verenigd Koninkrijk. De Inspecteur van de Belastingdienst heeft de bezwaren van belanghebbende tegen de navorderingsaanslagen ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in beroep ging. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Het Hof heeft vastgesteld dat belanghebbende zowel in Nederland als in het VK een duurzaam tehuis heeft, maar oordeelt dat het centrum van zijn levensbelangen in Nederland ligt. Dit oordeel is gebaseerd op de gezinsomstandigheden, de frequentie van zijn verblijf in Nederland en de inschrijving van zijn gezin in de Gemeentelijke Basisregistratie. Het Hof concludeert dat belanghebbende op grond van het belastingverdrag tussen Nederland en het VK slechts inwoner is van Nederland. Dit heeft gevolgen voor de toewijzing van het heffingsrecht over zijn looninkomsten uit het VK. Het Hof oordeelt dat Nederland een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting moet verlenen voor het loon dat aan het VK moet worden toegerekend. De navorderingsaanslagen worden verminderd en de Inspecteur wordt veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende.