ECLI:NL:GHARL:2018:7811
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake navorderingsaanslag inkomstenbelasting en vergrijpboete met betrekking tot verkapte winstuitdeling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de inspecteur van de Belastingdienst tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin de rechtbank de navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) van belanghebbende heeft vernietigd. De inspecteur had een navorderingsaanslag opgelegd voor het jaar 2007, waarbij hij een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang had vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur onvoldoende bewijs had geleverd voor de gestelde uitbetaling van zwarte lonen door de vennootschappen van belanghebbende, en dat de navorderingsaanslag en de bijbehorende boetebeschikking vernietigd moesten worden. In hoger beroep heeft de inspecteur zijn standpunt herhaald, maar het hof oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende inkomen uit zijn aanmerkelijk belang heeft genoten. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank voor het grootste deel, maar oordeelt dat belanghebbende recht heeft op een dwangsom wegens het niet tijdig beslissen door de inspecteur. De proceskostenvergoeding wordt vastgesteld op een totaalbedrag van € 877 voor belanghebbende.