Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Enschede(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [X] B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin de rechtbank het beroep ongegrond verklaarde met betrekking tot een aanslag vennootschapsbelasting over het boekjaar 2012. De Inspecteur had een aanslag opgelegd naar een belastbaar bedrag van € 130.000, met een belastingrente van € 6.174. De rechtbank oordeelde dat de aangifte niet correct was ingediend, omdat alleen nullen waren ingevuld. De belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld, waarbij het Hof de zaak op 16 mei 2019 heeft behandeld.
Tijdens de zitting heeft het Hof de verzoeken om uitstel van de zitting afgewezen, omdat de gemachtigde van belanghebbende niet tijdig had gereageerd op de uitnodiging. Het Hof heeft vervolgens de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waaronder de aangifte en de kolommenbalans die door belanghebbende was ingediend. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur niet aannemelijk kon maken dat de vereiste aangifte niet was gedaan, omdat de kolommenbalans als aanvulling op de aangifte moest worden beschouwd. Hierdoor werd het belastbare bedrag verlaagd tot € 121.682.
Daarnaast heeft het Hof de argumenten van belanghebbende over de aftrekbaarheid van kosten verworpen, omdat belanghebbende niet kon aantonen dat er kosten waren gemaakt die ten laste van de belastbare winst konden komen. Het Hof heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd en de aanslag vennootschapsbelasting verminderd, evenals de belastingrente. De Inspecteur werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van belanghebbende.