Uitspraak
in eerste aanleg: eiseres,
hierna:
[appellante],
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna:
[geïntimeerde],
1.1. Het verloop van de procedure in eerste aanleg
2.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord.
3.De vaststaande feiten
Voorafgaand aan dat arrest had op 14 augustus 2012 een descente plaatsgevonden. In het proces-verbaal van deze descente (kenbaar uit het arrest), is onder meer het volgende vermeld:
"
In de keuken valt te constateren dat tussen de vloerdelen grote naden zijn ontstaan, hetgeen volgens partij [geïntimeerde] het gevolg is van het feit dat de keukenafvoer verstopt zit waardoor er afvoerwater onder de vloer loopt. Een kennis van haar heeft getracht de verstopping te verhelpen maar dat is niet gelukt omdat er volgens deze kennis sprake is van verzakking van de riolering. Deze kennis is overigens geen loodgieter, maar meer een klusjesman. De problemen doen zich volgens partij [geïntimeerde] voor vanaf oktober/november 2011 en zijn in
"
Ik heb vanaf de keuken ca 4 mtr tot in de grondleiding gereinigd. De leiding zat vol met vet. Mevrouw die heeft heel veel ontstopper gebruikt in de keuken en heel veel ontstopper in het toilet gegooid. Bewoner die zei tegen mij dat ze een overstroming had gehad, maar alleen de keukenvloer is helemaal kapot en 1 kant van de kamer, voor de rest niks. Als ze echt een overstroming hadden gehad, dan had de hele woning blank gestaan en dat is niet het geval. De beschermlaag van de keukenkastjes laat helemaal los, de kraan van de keuken staat helemaal los op het aanrecht. De verhuurders hebben het zo niet aan mevrouw verhuurd. De laminaatvloer is helemaal kapot, ze hebben er met een hogedrukspuit in de afvoer gezeten (dat zei de bewoner tegen mij). En ik heb alle afvoeren nog getest, er is voor de rest niks mis mee. En als ze een overstroming heeft gehad, dan zal het in de douche omhoog moeten komen, want dat is zijn laagste punt, dan moet daar al het water uitkomen en dat is niet gebeurd."
Op een werkbon van 28 november 2014 van RSS Nederland aan [appellante] is het volgende vermeld:
"
Ik heb van de keuken eerst het syphon en beide aanrechtpluggen schoon gemaakt alles zat compleet vol met vet. De huurder is er net uit en de eigenaren zijn nu bezig alles te herstellen. Het toilet heb ik wat emmers water door gegooid omdat ik geen druk op het toilet heb. Zodra dit hersteld is gaat mevrouw het toilet goed testen en mocht dit alsnog verstopt zitten heb ik toegezegd dat we zonder voorrijden voor het toilet terug komen. Ik heb er veel water door gespoeld maar geen problemen voor nu gezien."
"
Bij het bezoeken van de woning is gebleken dat de woning erg onzorgvuldig is bewoond. Als gevolg van verstopping in de afvoer, waar ook de vaatwasser op aangesloten zat, is de gehele woonkamer met open keuken ondergelopen, toen de vaatwasser werd gebruikt.
- repareren keukendeurtjes, zes stuks à € 125,- + arbeid: € 1.000,00
- schoonmaken riool: € 753,50
€ 227,00
€ 453,75
4.De vorderingen en de beslissing in eerste aanleg
5.De bespreking van de grieven
grief Ikomt [appellante] op tegen dit oordeel. Volgens haar zijn de verstoppingen in het riool veroorzaakt doordat getracht is vet via de keukenafvoer af te voeren. [geïntimeerde] heeft de verstoppingen niet bij [appellante] gemeld, maar heeft getracht om een en ander op te lossen door het gebruik van de hogedrukspuit en veel ontstopper. Er is dan ook geen sprake van voor rekening van [appellante] komend groot onderhoud, maar van door [geïntimeerde] veroorzaakte schade, aldus [appellante] .
heeft bij gelegenheid van de descente van 14 augustus 2012 verklaard dat zij vanaf eind 2011 problemen ervaart met de afvoer. Het hof houdt haar aan die verklaring en passeert de, daar zonder toelichting van afwijkende, stelling van [geïntimeerde] dat zij sinds het begin van de huur problemen heeft met de keukenafvoer. Daarbij is van belang dat niet valt in te zien waarom [geïntimeerde] tot begin 2012 heeft gewacht met een melding van het probleem wanneer dat zich al vanaf het begin van haar bewoning voordeed. Dat zij al blij was huisvesting te hebben, vormt geen afdoende verklaring. Zij heeft volgens haar eigen verklaring bij gelegenheid van de descente begin 2012 het probleem wel gemeld. Een melding op dat moment sluit aan bij het moment waarop het probleem volgens diezelfde verklaring van [geïntimeerde] is ontstaan, te weten eind 2011.
Omdat de problemen met de keukenafvoer pas eind 2011, twee jaar na het begin van de huur zijn ontstaan en, zoals hiervoor is overwogen, deze problemen het gevolg zijn van de aanwezigheid van vet in de afvoer, is niet aannemelijk dat dat vet al bij het begin van de huur aanwezig was, zoals [appellante] ook ontkent.
Ook indien er voorafgaande aan de huur problemen zouden zijn geweest met de riolering verklaren deze problemen niet de aanwezigheid van vet in de keukenafvoer.
grief IIgericht.
heeft, zo begrijpt het hof, aan het slot van de toelichting op grief II nog aangevoerd dat ook de beschadiging van de keukendeurtjes moeten worden aangemerkt als door de overstromingen veroorzaakte schade, maar de door [appellante] zelf ingeschakelde makelaar Hagedoorn wijst een andere oorzaak voor die beschadiging aan, namelijk "onzorgvuldig gebruik". Ten aanzien van die keukendeurtjes zijn de stellingen van [appellante] dan ook onvoldoende onderbouwd. De vordering van € 1.000,- betreffende de reparatie van deze deurtjes is niet toewijsbaar.
grief IIIkomt [appellante] op tegen dit oordeel.
Bovendien ziet [appellante] eraan voorbij dat het enkele feit dat, na een huurperiode van vijf jaar, behang, dat bij het ingaan van de huur al negen jaar geleden was aangebracht, moet worden vervangen, niet betekent dat de huurder is tekortgeschoten in zijn opleveringsplicht.
Grief IVis gericht tegen dit oordeel. Volgens [appellante] kon van haar, vanwege de gebrouilleerde relatie met [geïntimeerde] , niet verwacht worden dat zij [geïntimeerde] in de gelegenheid zou stellen zelf werkzaamheden in de tuin te verrichten. [appellante] voelt zich bedrogen door [geïntimeerde] , omdat [geïntimeerde] zich ten onrechte op het bestaan van een huurovereenkomst heeft beroepen. Om die reden kon van haar niet gevergd worden dat zij "nog eens wekenlang [geïntimeerde] tot haar tuin toe liet om deze te fatsoeneren", aldus [appellante] .
Bovendien overdrijft [appellante] met haar stelling dat zij [geïntimeerde] anders "wekenlang" tot haar tuin zou hebben moeten toelaten. Zij zou [geïntimeerde] een redelijke termijn hebben moeten geven om het werk in de tuin zelf in orde te maken.
5.12 Dat de makelaar redelijke prijzen heeft berekend voor de situatie dat [appellante] het herstel van de tuin aan derden moet uitbesteden en dat deze werkzaamheden veel meer kosten dan het toegewezen bedrag van € 500,- moge zo zijn, maar is niet relevant. In dit geval, waarin [appellante] heeft nagelaten [geïntimeerde] in de gelegenheid te stellen de tuin in orde te maken, is doorslaggevend welke kosten [geïntimeerde] (dus niet [appellante] ) zou hebben moeten maken om de tuin in goede staat op te leveren (vgl. Hoge Raad 27 november 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2790, NJ 1999/380). Dat [geïntimeerde] meer dan € 500,- kosten zou hebben moeten maken, heeft [appellante] niet gesteld.
grief Vbezegeld, omdat ook deze grief enkel is gebaseerd op het - hiervoor als onjuist beoordeelde - betoog dat van [appellante] niet gevergd kon worden dat zij [geïntimeerde] in de gelegenheid zou stellen de mutatieschade te herstellen.
€ 3.189,- verschuldigd is. Dat is meer dan het door de kantonrechter toegewezen bedrag. Het hof zal het vonnis van de kantonrechter dan ook vernietigen, behoudens wat betreft de beslissing over de proceskosten (waartegen geen grief is gericht). Ook in hoger beroep zijn partijen over en weer gedeeltelijk in het ongelijk gesteld. Het hof zal de proceskosten in hoger beroep dan ook compenseren.