Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellante],
[geïntimeerde],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 juni 2019 een arrest gewezen dat een verbetering betreft van een eerder arrest van 9 april 2019. De zaak betreft een hoger beroep in een civiele procedure over een overeenkomst van opdracht, specifiek een sponsorovereenkomst. In het eerdere arrest had het hof het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland vernietigd en de geïntimeerde veroordeeld tot betaling van kosten in het hoger beroep. De appellante, vertegenwoordigd door mr. S.O. Roosjen, verzocht het hof om herstel van een kennelijke fout in het arrest van 9 april 2019. De appellante stelde dat het hof abusievelijk een verkeerd aantal punten aan salaris advocaat had vastgesteld. Het hof heeft het verzoek van de appellante opgevat als een verzoek tot verbetering van een kennelijke fout in de zin van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Na beoordeling van de argumenten van de appellante, concludeerde het hof dat er inderdaad sprake was van een kennelijke fout. Het hof heeft de tekst van de beslissing in het eerdere arrest aangepast, waarbij het salaris advocaat werd verhoogd van € 2.782,00 naar € 3.477,50. Deze verbetering is op de minuut van het arrest van 9 april 2019 vermeld, met de datum van 25 juni 2019.