ECLI:NL:GHARL:2019:7181
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beroepsfout advocaat in procedure over nalatenschap; ontbrekend causaal verband
In deze zaak gaat het om een beroepsfout van een advocaat in een procedure over de nalatenschap van een oom van de appellant. De appellant, vertegenwoordigd door mr. N.C. van Steijn, heeft een vordering ingesteld tegen de maatschap Bosselaar & Strengers Advocaten, vertegenwoordigd door mr. E.C. Aantjes-Breel, wegens onbetaalde facturen van in totaal € 4.289,15. De appellant weigerde betaling met de stelling dat de behandelend advocaat een beroepsfout had gemaakt door belangrijke bijlagen bij een psychologisch rapport niet tijdig over te leggen. De rechtbank heeft in eerste aanleg geoordeeld dat er inderdaad een beroepsfout was, maar dat deze niet in causaal verband stond met de afwijzing van de vordering in de procedure over de nalatenschap. De rechtbank heeft de vordering van Bosselaar & Strengers toegewezen en de vordering van de appellant in reconventie afgewezen.
In hoger beroep heeft het hof de beroepsfout van de advocaat bevestigd, maar ook vastgesteld dat de appellant niet voldoende bewijs heeft geleverd dat deze fout heeft geleid tot een ongunstige uitkomst in de nalatenschapsprocedure. Het hof heeft geoordeeld dat de appellant onvoldoende heeft aangetoond dat de uitkomst anders zou zijn geweest als de stukken tijdig waren overgelegd. Desondanks heeft het hof de overeenkomst tussen de appellant en Bosselaar & Strengers gedeeltelijk ontbonden en de vergoeding voor de verrichte werkzaamheden beperkt tot € 3.000,-. Het hof heeft de proceskosten gecompenseerd, gezien de omstandigheden van de zaak.
Het arrest is gewezen op 3 september 2019 en vernietigt het eerdere vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, waarbij de appellant tot betaling van € 3.000,- is veroordeeld, vermeerderd met wettelijke rente. De vorderingen in reconventie zijn voor het overige afgewezen.