Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam, die op 15 augustus 2017 een beroep van de betrokkene tegen een beslissing van de officier van justitie gegrond verklaarde. De kantonrechter vernietigde de beslissing van de officier van justitie en verklaarde het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond. De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld, waarbij hij verzocht om een proceskostenvergoeding en om verstrekking van stukken die volgens hem op de zaak betrekking hebben. Het hof oordeelt dat de kantonrechter niet in strijd met de goede procesorde heeft gehandeld door de gemachtigde geen stukken toe te zenden, omdat de gemachtigde niet tijdig om deze stukken heeft verzocht. Het hof stelt vast dat de gemachtigde recht heeft op kennisname van op de zaak betrekking hebbende stukken, maar dat de kantonrechter correct heeft gehandeld door geen andere stukken te verstrekken die niet op de zaak betrekking hebben. Het hof vernietigt de beslissing van de kantonrechter voor zover deze niet heeft beslist op het verzoek om vaststelling van een dwangsom, maar wijst dit verzoek af. De beslissing van de kantonrechter wordt voor het overige bevestigd. Het hof wijst ook het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat de inleidende beschikking niet is vernietigd.