ECLI:NL:GHARL:2020:10805
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Tussenbeschikking
- A. Smeeing-van Hees
- J.H. Lieber
- R. Feunekes
- Rechtspraak.nl
Tussenbeschikking inzake de verdeling van zorg- en opvoedingstaken en onderzoek door de raad voor de kinderbescherming
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om een tussenbeschikking in een hoger beroep betreffende de zorg- en opvoedingstaken van minderjarige kinderen van een gescheiden echtpaar. De ouders, die in 2002 in Eritrea zijn getrouwd, zijn verwikkeld in een juridische strijd over het gezag en de zorgregeling voor hun vier kinderen. De vader heeft in hoger beroep drie grieven ingediend tegen de beschikking van de rechtbank Gelderland, waarin de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de moeder is vastgesteld. De moeder heeft op haar beurt incidenteel hoger beroep ingesteld, waarbij zij verzoekt om alleen belast te worden met het ouderlijk gezag.
Tijdens de mondelinge behandeling op 26 november 2020 zijn de minderjarige kinderen gehoord, en is er een tolk ingeschakeld. Het hof heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om constructief met elkaar te communiceren, wat leidt tot een loyaliteitsconflict voor de kinderen. Het hof benadrukt het belang van contact tussen de vader en de kinderen voor hun ontwikkeling, ondanks de weerstand die de oudste kinderen tegen contact met de vader lijken te hebben.
Het hof heeft besloten om de zaak aan te houden en partijen te verwijzen naar een deskundige voor hulpverlening en contactbegeleiding, met als doel de communicatie tussen de ouders te verbeteren. De behandeling van de zaak zal voor zes maanden worden aangehouden, en het hof verzoekt de advocaten om voor 1 juli 2021 te rapporteren over de voortgang van het traject. De beslissing is genomen door de rechters A. Smeeing-van Hees, J.H. Lieber en R. Feunekes, en is op 22 december 2020 in het openbaar uitgesproken.