Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
[Z](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de navordering van belastingaanslagen door de Inspecteur over de jaren 2012 tot en met 2015 aan belanghebbende, die in hoger beroep is gegaan tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland. De Inspecteur heeft navorderingsaanslagen opgelegd omdat hij vermoedde dat de aangiften van belanghebbende, die door belastingadviseur [A] zijn ingediend, onjuiste gegevens bevatten. Belanghebbende had in zijn aangiften specifieke zorgkosten opgevoerd, maar de Inspecteur betwistte de juistheid hiervan en stelde dat er sprake was van kwade trouw aan de zijde van de belastingadviseur. Het Hof heeft vastgesteld dat de aangiften zijn ingediend vanaf een IP-adres dat aan [A] toebehoorde en dat er een hoog percentage van onjuiste aangiften door [A] was geconstateerd. Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat hij de in aftrek gebrachte zorgkosten daadwerkelijk had gemaakt en dat de kwade trouw van [A] aan hem kon worden toegerekend. De Inspecteur was derhalve bevoegd om de navorderingsaanslagen op te leggen. Het hoger beroep van belanghebbende werd ongegrond verklaard.