Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan
de Regionale belastingsamenwerking Deventer, Olst‑Wijhe en Raalte(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 januari 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [X] B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel. De zaak betreft een legesaanslag van € 30.156,50 die aan belanghebbende is opgelegd voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de bouw van een pluimveestal. De heffingsambtenaar, de Regionale belastingsamenwerking Deventer, heeft de aanslag gehandhaafd na een bezwaarschrift van belanghebbende. De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in hoger beroep is gegaan.
Het Hof heeft de feiten en het geschil in kaart gebracht, waarbij de kernvraag was of de leges terecht en tot het juiste bedrag zijn geheven. Belanghebbende heeft betoogd dat de legesaanslag niet in stand kan blijven vanwege onzorgvuldigheden in het aanslagbiljet en een mogelijke overschrijding van de opbrengstlimiet. Het Hof heeft de regelgeving omtrent gemeentelijke belastingen en leges in overweging genomen, inclusief relevante artikelen uit de Gemeentewet en de Legesverordening van de gemeente Deventer.
Na beoordeling van de argumenten van beide partijen heeft het Hof geconcludeerd dat de heffingsambtenaar niet voldoende inlichtingen heeft verstrekt om de stellingen van belanghebbende te weerleggen. Het Hof heeft geoordeeld dat de legesaanslag niet kan worden gehandhaafd en heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd. De heffingsambtenaar is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van belanghebbende, die in totaal op € 2.622 zijn vastgesteld. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad.