In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek tot wijziging van kinderalimentatie. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had eerder een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland aangevochten, waarin de man was veroordeeld tot het betalen van € 334,- per maand voor de kosten van verzorging en opvoeding van hun kind. De vrouw verzocht het hof om de ingangsdatum van de kinderalimentatie te wijzigen naar 1 april 2017 en het bedrag te verhogen naar € 480,- per maand. De man voerde verweer en stelde dat de vrouw onvoldoende financiële gegevens had verstrekt om haar verzoek te onderbouwen.
Het hof oordeelde dat de vrouw niet voldoende relevante financiële gegevens had overgelegd en dat zij had gewacht met het indienen van haar verzoek. Het hof concludeerde dat de ingangsdatum van de kinderalimentatie op 25 april 2019 moest worden vastgesteld, omdat de vrouw had nagelaten tijdig de benodigde informatie te verstrekken. De behoefte van het kind was vastgesteld op € 654,- per maand, maar de vrouw kon niet aantonen dat zij niet in staat was om de vastgestelde bijdrage te betalen. Het hof bekrachtigde de eerdere beschikking van de rechtbank en veroordeelde de vrouw in de proceskosten van het hoger beroep, omdat zij de man onnodig in rechte had betrokken.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig en volledig verstrekken van financiële gegevens in alimentatiezaken en de verantwoordelijkheden van beide ouders in het onderhoud van hun kind.