Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vrouw die in 2016 is getrouwd en op 5 april 2019 de rechtbank heeft verzocht om echtscheiding en partneralimentatie van € 1.750 per maand. De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken, maar het verzoek om partneralimentatie afgewezen. De vrouw is het niet eens met deze beslissing en komt in hoger beroep. Ze stelt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat zij niet duidelijk heeft gemaakt hoe hoog haar behoefte is en waarom zij niet in staat is om zelf voldoende te verdienen. De man, die de beslissing van de rechtbank in stand wil houden, betwist de hoogte van de behoefte van de vrouw en stelt dat deze maximaal € 675 bedraagt.
Het hof heeft de behoefte van de vrouw vastgesteld op € 1.521,89, waarbij het hof de door de man aangevoerde argumenten over de hoogte van de kosten niet heeft gevolgd. De vrouw woont sinds 2017 in Nederland en ontvangt een uitkering op grond van de Participatiewet. Het hof concludeert dat de vrouw niet voldoende heeft aangetoond waarom zij niet zelf kan werken en dat zij in staat moet worden geacht om in haar eigen levensonderhoud te voorzien. Daarom wordt de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, en wordt het verzoek om partneralimentatie afgewezen.
De beslissing van het hof is op 1 september 2020 uitgesproken, waarbij de rechters de beschikking van de rechtbank Gelderland van 6 november 2019 bekrachtigen.