Getuigenverhoren2.3 [geïntimeerde] en [appellant] zijn als getuigen gehoord.
[geïntimeerde] heeft - als partijgetuige - onder meer het volgende verklaard:
“
Mijn vriendin en ik hadden geld gespaard. Dat geld was afkomstig van contante ontvangsten die zij en ik hadden gehad. Mijn vriendin werkte in de horeca en zij ontving wel eens contante bedragen. Dat ging voornamelijk om fooien, maar ze kreeg ook wel eens een bonus van haar werkgever in contante. Ook ik ontving wel eens contant geld, bijvoorbeeld van [appellant] wanneer ik voor hem klussen had gedaan. We bewaarden het geld in huis, in de middelste la van de tv-kast. Het geld was bestemd voor een vakantie. Op dit moment kan ik me niet meer herinneren hoeveel geld we hadden liggen. Ik weet wel dat ik er 2000 euro vanaf heb genomen. Dat geld heb ik in een envelop gedaan. Het ging vooral om briefjes van 50, maar er waren ook wat briefjes van 20 en twee of drie briefjes van 100 euro bij.
Met een envelop ben ik in de auto gestapt en naar [woonplaats1] gereden, waar [appellant] op dat moment woonde. Mijn toenmalige vriendin was met me mee. [appellant] woonde aan de [adres] . Ik wist waar hij woonde, omdat ik daar geregeld was geweest. Ik had er in de tuin gewerkt en ook wel klussen in zijn garage gedaan. De auto van [appellant] stond voor het huis op het moment dat ik de envelop daar in de brievenbus deed. Ik heb niet aangebeld. Mijn vriendin bleef in de auto zitten toen ik uitstapte om de envelop in de brievenbus te doen. Het was een brievenbus die aan de gevel vastzit, geen brievenbus in een deur.
Ik heb geen contact opgenomen met [appellant] voordat ik het geld bij hem in de brievenbus deed. Ook daarna heb ik dat niet gedaan. Ik wilde voorkomen dat ik een confrontatie met hem zou krijgen. Ik had er geen enkele behoefte aan om met hem te spreken. Ik heb de betaling ook niet via Whatsapp aangekondigd. U vraagt mij wat daarvan de reden is. Ik antwoord dat ik geen enkele zin had om op enigerlei wijze contact met hem te hebben. Ik hield er geen rekening mee dat [appellant] de ontvangst van het bedrag zou ontkennen. Hij heeft weleens gezegd dat hij mij als een kind zag en dan ga je er niet vanuit dat wanneer je geleend geld terugbetaalt die terugbetaling wordt ontkend.
U vraagt mij hoeveel tijd er zat tussen de tweede betaling, die dus via mijn ouders verliep, en deze betaling, met het geld in de envelop. Ik weet dat niet meer precies. Het zal eerder een periode van enkele weken zijn geweest, dan een periode van enkele maanden of een jaar.
(...)Ik hield bij hoeveel geld we contant spaarden. Dat deed ik door wanneer er geld bij kwam het gespaarde bedrag te tellen.
De bedragen die we spaarden, varieerden. De hoogte ervan hing af van het geld dat we verdiend hadden.
Hoe vaak we geld bij het spaargeld voegden, hing af van onze ontvangsten. De ene week hadden we beiden contant geld ontvangen, een week daarna weer niet.
Ik weet op dit moment niet meer hoeveel geld mijn vriendin in de ‘spaarpot’ heeft gedaan. Die ‘spaarpot’ was overigens niet werkelijk een spaarpot, maar een lade in de tv-kast.
Mijn vriendin wist ook hoeveel geld we gespaard hadden. Als zij geld toevoegde, telde ze het totale bedrag. We telden het ook wel eens samen.
Toen ik het geld voor de terugbetaling uit de ‘spaarpot’ haalde, was mijn vriendin in de kamer. Ze heeft niet gecontroleerd hoeveel geld ik er uitpakte. Ik heb wel tegen haar gezegd dat het om 2000 euro ging. Dat ik dat vertelde was ook logisch, omdat het ook haar geld was.
Ik heb het geld in een blanco envelop gedaan waarop ik mijn naam schreef zodat [appellant] wist van wie het geld afkomstig was.”