In deze zaak gaat het om een geschil tussen appartementseigenaren en de Vereniging van Eigenaars (VvE) over wateroverlast in de kruipruimte van een woning. De appellanten, die sinds 1995 een appartementsrecht bezitten, hebben herhaaldelijk geklaagd over lekkage en wateroverlast, maar de VvE heeft naar eigen zeggen adequaat gehandeld door deskundigen in te schakelen en werkzaamheden te laten uitvoeren. De VvE heeft echter geen aansprakelijkheid erkend en de appellanten hebben in eerste aanleg een schadevergoeding van € 8.985,- geëist, die is afgewezen door de kantonrechter. In hoger beroep hebben de appellanten hun eis gewijzigd en vorderen zij onder andere dat de VvE binnen 24 uur de wateroverlast opheft, op straffe van een dwangsom. Het hof heeft de grieven van de appellanten gezamenlijk behandeld en geconcludeerd dat de VvE niet onzorgvuldig heeft gehandeld. De VvE heeft adequaat gereageerd op de meldingen van wateroverlast en heeft verschillende deskundigen geraadpleegd. Het hof heeft de vorderingen van de appellanten afgewezen en de vonnissen van de kantonrechter bekrachtigd, waarbij de appellanten ook in de proceskosten zijn veroordeeld.