ECLI:NL:GHARL:2021:409
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Sekeris
- M. Arntz
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) betreffende parkeren voor een in- en uitrit
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag, die op 25 september 2018 een beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde. De betrokkene had een sanctie van € 90,- opgelegd gekregen voor het parkeren voor een in- en uitrit, wat in strijd is met artikel 24, eerste lid, aanhef en onder b, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. De gemachtigde van de betrokkene stelde dat hij toestemming had gekregen van de eigenaar van de garage om daar te parkeren, maar het hof oordeelde dat dit niet voldoende was om de sanctie te rechtvaardigen. Het hof concludeerde dat de kantonrechter had miskend dat de officier van justitie de betrokkene niet de gelegenheid had geboden om het verzuim bij het indienen van gronden te herstellen. Het hof vernietigde de beslissing van de kantonrechter en verklaarde het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond. Het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen.