Uitspraak
1.[de VOF appellante1] ,
[de VOF appellante1],
2. [appellant2] ,
[appellant2],
3. [appellante3] ,
[appellante3],
[appellanten] c.s.,
[geïntimeerde],
1.De verdere procedure bij het hof
2.De verdere beoordeling van de grieven en de vordering
grieven IV tot en met IX, waarmee [appellanten] c.s. bezwaar maken tegen het oordeel van de kantonrechter dat [geïntimeerde] heeft bewezen dat hij gewond is geraakt in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Hetzelfde geldt voor
grief I, die ook gericht is tegen dit oordeel.
grief IIhebben [appellanten] c.s. gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, geen belang meer. Zij betwisten weliswaar (zonder nadere motivering) dat de geluidsopname van 4 maart 2014 dateert, maar niet de inhoud van de geluidsopname die het hof heeft betrokken in de bewijswaardering.
grief IIIhebben [appellanten] c.s. geen belang. In het tussenarrest heeft het hof ook de omstandigheid dat de Inspectie SZM de melding van het arbeidsongeval heeft onderzocht, maar niet heeft kunnen vaststellen dat er in het bedrijf van [de VOF appellante1] een arbeidsongeval heeft plaatsgevonden, in aanmerking genomen. Deze omstandigheid is in 3.6 van het tussenarrest vermeld. Het hof heeft er geen doorslaggevende betekenis aan toegekend, omdat onduidelijk is wat het onderzoek van de Inspectie heeft ingehouden. Ook heeft het onderzoek feiten opgeleverd, die niet door het hof in zijn overwegingen zijn betrokken.
grief X(over het causaal verband tussen de zorgplichtschending en het ongeval) al besproken en verworpen.
grief XIgericht.