Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
Beslissing van de zestiende enkelvoudige belastingkamer
[Z](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze tussenuitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gedateerd 19 januari 2021, wordt de gemachtigde [B] en de vennootschap [A] B.V. geweigerd om bijstand te verlenen aan de belanghebbende in een belastingzaak. De weigering is gebaseerd op herhaaldelijk onbetamelijk taalgebruik van [B], dat in strijd is met de in het maatschappelijk verkeer betamelijke omgangsvormen. Het Hof heeft [B] meerdere keren aangesproken op zijn taalgebruik, maar ondanks waarschuwingen heeft hij volhard in het gebruik van grievende en krenkende uitlatingen over de rechtspraak en betrokken ambtenaren. Het Hof oordeelt dat dit de doelmatige behandeling van het geschil ernstig bemoeilijkt en het gezag van de rechtspraak aantast. De belanghebbende is in de gelegenheid gesteld om een andere gemachtigde aan te wijzen. De beslissing is genomen door mr. I. Linssen, raadsheer, in tegenwoordigheid van mr. E.D. Postema als griffier. Tegen deze tussenuitspraak staat geen afzonderlijk beroep open, maar kan deze enkel worden aangevochten in cassatie tegen de einduitspraak.