Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.de naamloze vennootschap
[appellant2] ,
[appellant3] ,
Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.[de koper] is niet geslaagd in het bewijs
[de accountant], accountant van [de koper] , verklaart dat hij [de directeur1] begin januari 2012 tot samenkomst bij hem op kantoor heeft uitgenodigd opdat hij [de koper] als de nieuwe economische eigenaar bij hem kon introduceren. Als zodanig heeft [de accountant] [de koper] aan [de directeur1] voorgesteld en met zijn drieën voerden zij daarna een goed gesprek. Verder verklaart hij onder andere:
“De heer [de directeur1] meldde in dat gesprek wel dat er nog kosten waren die hij nog van de vorige economische eigenaar moest incasseren. Op de vraag wat dat betekende voor de economische eigendomsoverdracht aan [de koper] antwoord ik dat hij daarmee akkoord was. Dat houdt zijn mededeling dat hij van de vorige economisch eigenaar nog kosten moest incasseren ook impliciet in. De heer [de directeur1] stelde aan [de koper] geen voorwaarde voor de economische eigendomsoverdracht.”Verderop:
“ [de koper] zou de kosten die voor de economisch eigenaar komen betalen vanaf 1 januari 2012 en dat heeft hij in dat introductiegesprek ook gezegd. De kosten die over de periode daarvoor aan Vepo verschuldigd waren, zou de Stichting moeten voldoen en daartoe was zij ook bereid.”
“de indruk”gekregen dat [de directeur1] akkoord ging met de overname van de economische eigendom aan [de koper] . Hij verklaart verder (i) dat hij samen met [een hoofd administratie] , hoofd administratie bij Vepo, berekeningen heeft gemaakt van door Vepo gemaakte kosten ten behoeve van de panden die eigenlijk voor rekening van de economisch eigenaar horen te komen, (ii) dat in het kader daarvan is geprobeerd om een onderscheid te maken in de periode die voor rekening van de Stichting zou komen en de datum met ingang waarvan deze voor rekening van [de koper] als opvolgend economisch eigenaar zouden komen en (iii) dat de berekeningen overigens vertroebeld raakten omdat Vepo kosten vorderde
“die buiten de verdeling juridische/economische eigenaar vielen.”. [de boekhouder] verklaart verder dat [de koper] bereid was, als de Stichting problemen zou hebben met de betaling van haar schulden aan Vepo, om de Stichting een financiering te geven. Een en ander zodat de beoogde juridische eigendomsoverdracht aan [de koper] daarop niet zou afstuiten.
getuige [de koper]dat [de accountant] hem introduceerde bij [de directeur1] als nieuwe economisch eigenaar. Verder wijst [de koper] op de berekeningen die [de boekhouder] en [een hoofd administratie] uitvoerden en de rondleiding die [de directeur1] hem gaf door het bedrijfspand van Vepo. Ook wijst hij op zijn aanwezigheid bij besprekingen bij de gemeente Gouda en de schouw in de panden, op uitnodiging van Vepo, en dat [de directeur1] een notitie van de gemeente over de panden aan hem gaf. Verder verklaart hij dat hij bereid was de kosten vanaf 1 januari 2012 van de panden als economisch eigenaar te dragen en dat de kosten van de periode daarvoor voor rekening van de Stichting kwamen.
“een hele tijd”geduurd. De brief van 25 september 2012, waarin namens de Stichting aan hem is geschreven dat zij de economische eigendom aan [de koper] heeft verkocht bracht, daarnaar gevraagd, in zijn verklaring geen verandering. Verder verklaart hij nog dat het best mogelijk is dat hij met [de koper] heeft gesproken over een gezamenlijke ontwikkeling van de panden. [de directeur1] wilde namelijk een oplossing voor de panden (waarop beslag lag en die te kampen hadden met achterstallig onderhoud).