Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Europeesche Verzekering Maatschappij N.V.,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
“OPZET EN MERKELIJKE SCHULD”van de voorwaarden bij de watersportpolis [8] sluit Europeesche uitkering van schade en/of kosten uit
“voor schade die de verzekerde met opzet of merkelijke schuld heeft veroorzaakt. Hierbij zal de maatschappij de begrippen ‘opzet’ en ‘merkelijke schuld’ toepassen overeenkomstig de actuele visie die de Nederlandse rechtspraak hierover heeft ontwikkeld.”
“Zone Interdite”, waar voor motorvaartuigen een maximumsnelheid van 5 knopen geldt [11] , op de kaarten aan de noordzijde is begrensd door een oost-west getrokken (horizontale) stippellijn [12] . Tegenover de gemotiveerde betwisting door [appellant] , ook aan de hand van de door de reddingsmaatschappij SNSM met coördinaten aangegeven
“lieu de l’intervention” [13] , heeft Europeesche onvoldoende aangevoerd, laat staan bewezen dat [appellant] een ondiepte heeft aangevaren ten zuiden van die stippellijn (dus binnen die zone), zodat daarvan niet kan worden uitgegaan. Namens Europeesche heeft haar advocaat overigens op de comparitie in hoger beroep verklaard dat de precieze plek van de eerste gronding niet heel relevant is.
“mit ca. 8 Knoten über Grund gelaufen”is, maar dit heeft hij later gecorrigeerd in 8 km per uur omdat het zou berusten op een vergissing aangezien de displayinstelling niet knopen maar kilometers aanduidde. Het komt echter niet heel erg overtuigend voor dat een zeevaarder met 35 jaar ervaring zich zo in zijn snelheid zou hebben vergist. Ook zijn opvarende [naam1] heeft bevestigd [15] dat [het vaartuig] met circa 8 knopen (dus geen kilometers) langs de kust voer, zij het dat hij daaraan heeft toegevoegd dat [appellant] naar de baai is gevaren
“mit gedrosselter Geschwindigkeit”, dat wil zeggen: met verminderde snelheid. Of [appellant] nu met ongeveer 8 knopen dan wel 8 km per uur, of in ieder geval verminderde snelheid, op de onzichtbare ondiepte is gelopen, kan hier uiteindelijk in het midden blijven. Want Europeesche heeft, hoewel dit vanwege de stelplicht op haar weg lag, niet aan de hand van enige context uiteengezet of en, zo ja, op welke wijze welke snelheid van [het vaartuig] in welke mate zou hebben bijgedragen aan de gronding of aan [appellant] (mate van) schuld.
“- of over de toedracht -”geen betrekking heeft op de vaststelling van de feitelijke toedracht van het verzekerde voorval maar over de vaststelling van de schade.
”(…) er zullen praktische problemen in de verzekeringsbranche ontstaan indien de bindend-advies-clausule op de zwarte lijst gehandhaafd blijft, waarbij bedacht moet worden dat
“Naar aanleiding van de vraag van de commissie over de schadevaststelling bij verzekering, merken wij op dat artikel 3 onder o zich naar onze mening niet verzet tegen een beding in een polis waarbij de begroting van schade terstond na een schadeveroorzakend evenement wordt opgedragen aan een derde. Van een geschil tussen verzekeraar en verzekeringnemer, zoals door art. 3 onder o wordt vooropgesteld, is hier geen sprake. In dit verband wijst de Commissie er terecht op dat het in het belang van beide partijen is dat de schade-omvang snel na het evenement wordt vastgesteld. Dat van een conflictsituatie geen sprake is blijkt ook uit het feit dat de verzekeringnemer in de praktijk bij de keuze van de schatter of schatters wordt betrokken, hetzij in die zin dat hij instemt met de door de verzekeraar voorgestelde schatter, hetzij in die zin dat zowel hij als de verzekeraar ieder een schatter aanwijzen die te zamen een derde benoemen. Vergelijk art. 5.2 van de Nederlandse Beurs Brandpolis.
“aanzienlijke verstoring van het evenwicht”tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen veroorzaakt [29] . Europeesche kon er bovendien redelijkerwijs van uitgaan dat de consument het beding zou aanvaarden indien daarover op eerlijke en billijke wijze afzonderlijk was onderhandeld. Het biedt immers een veelal snellere en meer efficiënte procedure waarbij de verzekeraar zijn eerst benoemde expert zou moeten betalen en welke gang van zaken de consument nogal wat kosten van een civiele procedure zou (kunnen) besparen.
4.De slotsom
€ 1.684,00