Uitspraak
(hierna: de maatregel), inhoudende dat voortzetting van die maatregel vereist is en de afwijzing van het verzoek tot aanhouding.
(hierna: PI Zwolle)van
Overwegingen:
Beslissing
[veroordeelde] niet-ontvankelijkin het beroep.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam van 20 december 2021. De veroordeelde, geboren in 1984, had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing om de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voort te zetten. Het hof heeft de advocaat-generaal, mr. V. Smink, en de raadsman van de veroordeelde, mr. A.H.J. Strak, gehoord tijdens de zitting op 21 april 2022. De raadsman verzocht om de maatregel niet te beëindigen, terwijl het openbaar ministerie concludeerde tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank. De veroordeelde had eerder positief gescoord op cocaïnegebruik en was voor een time-out in de penitentiaire inrichting Zwolle geplaatst. Na deze time-out was er een positieve ommekeer in haar houding, maar er was nog geen behandeling gestart in de nieuwe verblijfplaats.
Het hof overwoog dat er geen bezwaren waren ingediend tegen de beslissing van de rechtbank en dat de raadsman had aangevoerd dat de veroordeelde wenst dat de tenuitvoerlegging van de maatregel wordt voortgezet. Gelet op deze omstandigheden heeft het hof besloten de veroordeelde niet-ontvankelijk te verklaren in het door haar ingestelde hoger beroep. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 4 mei 2022, waarbij mr. G. Mintjes als voorzitter en de andere rechters betrokken waren. De raadsheren Ruys en de raden waren buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.