ECLI:NL:GHARL:2022:4300
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beslissing tot verlenging van terbeschikkingstelling met voorwaarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant van 7 december 2021, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde had verlengd. De officier van justitie had op 19 oktober 2021 een vordering tot verlenging ingediend, maar het hof oordeelde dat de maatregel op dat moment niet liep en bovendien nog geen twee jaar had geduurd. De terbeschikkingstelling was eerder opgelegd door het gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 6 mei 2022 een arrest had gewezen waarin de terbeschikkingstelling opnieuw werd opgelegd. Het hof oordeelde dat de officier van justitie niet-ontvankelijk was in zijn vordering tot verlenging, omdat de maatregel niet meer van kracht was op het moment van indienen van de vordering. Het hof vernietigde de beslissing van de rechtbank en verklaarde de officier van justitie niet-ontvankelijk in zijn vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. De uitspraak benadrukt de noodzaak van tijdige indiening van vorderingen en de voorwaarden waaronder terbeschikkingstelling kan worden verlengd.