Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[woonplaats1](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Eindhoven(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
- In de aangifte Vpb 2006 is door [naam6] een schuld aan [naam5] verantwoord met beginwaarde € 50.893 en eindwaarde € 68.400.
- In de aangifte Vpb 2007 is door [naam6] een schuld aan [naam5] verantwoord met beginwaarde € 68.400 en eindwaarde € 30.921.
- In de aangifte Vpb 2008 is door [naam6] een schuld aan [naam5] verantwoord met beginwaarde € 30.921 en eindwaarde € 90.000. In de aangifte is tevens een vordering op [naam5] opgenomen met een beginwaarde van nihil en eindwaarde € 160.883.
- In deze aangifte is ook een onderhandse lening opgenomen met een beginwaarde van nihil en een eindwaarde van € 20.000. Uit de specificatie blijkt de lening te zijn verstrekt door de schoonouders.
- In de aangifte Vpb 2009 is door [naam6] een schuld aan [naam5] verantwoord met beginwaarde € 90.000 en eindwaarde € 180.000. In de aangifte is tevens een vordering op [naam5] opgenomen met een beginwaarde van € 160.883 en eindwaarde € 308.442.
- In deze aangifte is ook een onderhandse lening opgenomen met een beginwaarde van € 20.000 en een eindwaarde van € 40.000. Uit de specificatie blijkt de lening te zijn verstrekt door de schoonouders.
- In de aangifte Vpb 2010 is door [naam6] geen schuld aan [naam5] verantwoord. In de aangifte is een vordering op [naam5] opgenomen met een beginwaarde van € 308.442 en eindwaarde € 130.835.
- In deze aangifte is ook een onderhandse lening opgenomen met een eindwaarde van € 73.500. Uit de specificatie lijkt de lening te zijn verstrekt door de schoonouders. Uit de specificatie blijkt ook dat de rentevergoeding bij de hoofdsom wordt bijgeschreven.
- In de aangifte Vpb 2011 is door [naam6] geen schuld aan [naam5] verantwoord. In de aangifte is een vordering op [naam5] opgenomen met een beginwaarde van € 130.835 en eindwaarde € 126.710.
- In deze aangifte is ook een onderhandse lening opgenomen met een eindwaarde van € 79.354. Uit de specificatie blijkt de lening te zijn verstrekt door de schoonouders. Uit de specificatie blijkt ook dat de rentevergoeding bij de hoofdsom wordt bijgeschreven.
- Voor de jaren vanaf 2012 zijn geen jaarstukken bekend. Ook is geen aangifte Vpb meer gedaan.
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Griffierecht en proceskosten
6.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).