Uitspraak
(hierna: FPC)[naam FPC] te [plaats] .
Overwegingen:
(hierna: AVT)heeft er in 2021 al op gewezen dat mogelijke verwarring over de begintermijn zou kunnen ontstaan. Op advies van het AVT heeft het Openbaar Ministerie toen contact opgenomen met de kliniek. De kliniek heeft toegezegd dit te bespreken met de terbeschikkinggestelde. Ook heeft het Openbaar Ministerie toen een e-mailbericht gestuurd naar de raadsman en met hem gebeld om door te geven dat de termijn van de terbeschikkingstelling is gaan lopen op 30 augustus 2019. De dwaling waarin de terbeschikkinggestelde verkeerde of kon verkeren, is dus op het laatst in september 2021 bij hem weggenomen. De terbeschikkinggestelde had nog voldoende tijd om mee te werken aan de onderzoeken van de onafhankelijke gedragsdeskundigen. Hij heeft echter vastgehouden aan zijn eigen standpunt. Dit komt voor zijn eigen rekening en die van de raadsman. Ook indien er sprake zou zijn geweest van enig rechtens relevante verwachting bij de terbeschikkinggestelde op een niet verdere verlenging van de maatregel, is verlenging mogelijk (vgl. Hof Arnhem Leeuwarden 22 september 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:10783) en in dit geval noodzakelijk. Uit de stukken blijkt dat de terbeschikkinggestelde al langere tijd zijn libidoremmende medicatie niet consequent neemt, er bestaat dreigend contact met het personeel van de kliniek, de terbeschikkinggestelde scoort positief op cannabis en het risico op ontsnappingsgedrag wordt als hoog ingeschat. Mocht er al sprake zijn van het vertrouwensbeginsel, moet dit worden afgewogen tegen het veiligheidscriterium. In dit geval dient het veiligheidscriterium te prevaleren. De termijn van de gemaximeerde terbeschikkingstelling loopt dus tot 30 augustus 2023. De maatregel dient te worden verlengd voor de duur van twee jaar.
met verpleging van overheidswegezou eindigen na vier jaren na de aanvang van de terbeschikkingstelling
met voorwaarden, is, zoals hiervoor uiteengezet een onjuiste en kan naar het oordeel van het hof niet worden ontleend aan de beslissing van de rechtbank. Dat een op die conclusie gebaseerde verwachting van de terbeschikkinggestelde niet als redelijk kan worden aangemerkt geldt temeer nu veroordeelde dan wel zijn raadsman op verschillende momenten zijn gewezen op de onjuiste veronderstelling over de expiratiedatum van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege.
Beslissing
[terbeschikkinggestelde].
twee jaar.