In deze zaak heeft Arcadis Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de vordering tot betaling van meerkosten als gevolg van de aanwezigheid van de poelkikker werd afgewezen. De poelkikker is een beschermde diersoort die in het gebied van de nieuwe woonwijk Reitdiep in Groningen werd aangetroffen, wat leidde tot vertraging en extra kosten voor Arcadis. De rechtbank oordeelde dat Arcadis niet aannemelijk had gemaakt dat er een causaal verband bestond tussen de dwaling over de ontheffingen en de gevorderde kosten. Het hof bevestigde deze uitspraak, maar op andere gronden. Het hof oordeelde dat Arcadis er niet vanuit mocht gaan dat de gemeente over de benodigde ontheffingen beschikte en dat de kosten voor het verkrijgen van deze ontheffing voor rekening van Arcadis kwamen. Het hof concludeerde dat de vertragingen en de kosten die voortvloeiden uit de aanwezigheid van de poelkikker niet voor vergoeding in aanmerking kwamen, omdat het risico op deze kosten bij Arcadis lag. De vordering van Arcadis werd afgewezen en het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, waarbij Arcadis werd veroordeeld in de proceskosten van de gemeente.