Uitspraak
[appellant],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerden],
1.De verdere procedure bij het hof
Waar gaat deze zaak over?
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is behandeld, staat de ontbinding van een aannemingsovereenkomst centraal. De appellant, die een eenmanszaak voert, had een overeenkomst gesloten met de geïntimeerden voor de bouw van een woning. De appellant ontbond de overeenkomst en de geïntimeerden vorderden schadevergoeding. Het hof oordeelde dat de ontbinding niet gerechtvaardigd was, omdat de tekortkomingen van de appellant niet van voldoende gewicht waren om de overeenkomst te ontbinden. Het hof benadrukte dat de schriftelijke aanneemovereenkomst bepalend is voor de contractuele afspraken en dat eventuele mondelinge afspraken nietig zijn. De appellant had niet voldoende onderbouwd dat de ontbinding gerechtvaardigd was, en de klachten van de geïntimeerden over de kwaliteit van het werk waren niet voldoende om de ontbinding te rechtvaardigen. Het hof oordeelde verder dat de schadevergoeding die aan de geïntimeerden was toegekend, niet correct was berekend en dat de appellant moest betalen voor de gemaakte buitengerechtelijke kosten. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank voor wat betreft de hoogte van de schadevergoeding en de afwijzing van de vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten, en veroordeelde de appellant tot betaling van een schadevergoeding van € 59.801,53 en € 1.335,82 aan buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met wettelijke rente.